Maaslands Model zoekt gedreven SER-stuurvrouw
Het poldermodel moet overboord. Daarvoor in de plaats moet het Maaslandse model komen: dat stroomt en het gaat van klein naar groot.
Dat vindt Wout Buitelaar, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij reageert op de oproep van zijn nieuwe collega en vertrekkend SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan om vooral te blijven polderen met een vernieuwde vakbond en de werkgevers.
"Het poldermodel lijkt te veel op behind the dikes, terwijl de E van SER ook staat voor internationaal. Dat is een belangrijk element waar Rinnooy Kan op wijst, ook voor de vakbeweging. Ik zou niet zeggen: 'de SER moet inspelen op de nieuwe vakbeweging'. Die ontwikkelt zichzelf wel."
Vrouwen aan het roer bij SER
Om het Maaslandse model vorm te geven komt Buitelaar ook met enkele 'stevige' vrouwen op de proppen, want evenals Rinnooy Kan vindt hij het de hoogste tijd voor een vrouw aan het roer van het hoogste adviesorgaan van het kabinet. Zijn top-5, in willekeurige volgorde:
1. Marike van Lier Lels, ervaring in Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol. Enige nadeel: ze heeft enkele commissariaten die kunnen botsen met een SER-voorzitterschap;
2. Pauline van der Meer Mohr, personeelsmanager op corparate niveau bij ABN Amro, onafhankelijk denker, wars van 'herenleed' bij ABN Amro. Onafhanklelijk en sociaal.
3. Marjan Oudeman, direceur HRM Akzo, darvoor directeur Hoogovens, waar een bedrijfscultuur hing met oog voor het economische én het sociale;
4. Mirjam van Praag, hoogleraar Ondernemerschap en Organisatie aan de Uva, wetenschappelijk directeur van het Amsterdam Center for Entrepreneurship en sinds 1 oktober 2010 SER-lid.
5. Annemieke Roobeek, hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement op Nyenrode Business Universiteit, directeur/oprichter van MeetingMoreMinds BV. Heeft een internationale blik.
Vernieuwing
Scheidend voorzitter Rinnooy Kan noemde eerder vandaag op BNR de vernieuwing van de vakbonden als de grootste uitdaging van zijn opvolger. "De FNV zal ongetwijfeld tussen nu en 1 september wel een aantal stappen zetten, maar het vervolg zal zeker nog een aantal maanden of jaren in beslag nemen. Daar ligt een mooie kans om het poldermodel te laten wennen aan de nieuwe omstandigheden."