Dat blijkt uit cijfers van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, opgevraagd door BNR. Hans van den Boom, sector manager duurzame energie van de Rabobank, vertelt waar hij denkt dat het probleem ligt: "Die parken zijn groter dan een hectare. Dan komt het voor dat er allemaal extra kosten bijkomen die bij de ontwikkeling van het project niet helemaal helder waren. Bijvoorbeeld wanneer de afstand tot een transformator erg groot is."
Dalende stroomprijs
Volgens Peter Segaar die met zijn bedrijf PolderPV analyses maakt van de zonne-energiemarkt zijn vooral parken op de grond moeilijk realiseerbaar: "Het zijn lastige projecten. Zo'n terrein moet bijvoorbeeld ook worden beveiligd. Idealiter met video-bewaking."
Maar de grote boosdoener is volgens Segaar vooral de extreem lage stroomprijs. "Die staat al jarenlang onder druk. Sterker nog: die is flink omlaag gegaan. Je verdient er dus een stuk minder aan. Onzekerheid over het businessmodel is een doodzonde voor financiers."
Weerstand omwonenden
Ook Bas Wijnen ziet dat het heel moeilijk is om echt geld te verdienen aan zonneparken. Zijn bedrijf Vrij op Naam financiert regelmatig parken. Naast de economische problemen ervaart hij vaak ook nog groeiende weerstand van bewoners en boerenbelangenorganisaties.
Om te kunnen slagen moeten we volgens Wijnen dan ook vooral mikken op burgerparticipatie. "Het lijkt nu meer een spel van groot, groter, grootst. Terwijl juist gekeken moet worden of het in een buurt past."
Enorme vertraging
Bij de realisatie van de zonneparken is wel haast geboden. De essentiële subsidie van de overheid heeft namelijk maar een korte houdbaarheidsdatum, zegt Segaar. "Als daarvan een deel niet op tijd gerealiseerd kan worden, dan vervalt een groot deel van de subsidiebeschikking. Dat komt wel weer terug in de pot, maar dan begint het traject helemaal opnieuw. Dat levert enorme vertraging op."
En hoe meer vertraging hoe kleiner de kans wordt dat we die 14 procent gaan halen in 2020.