
Frans Wouters, slachter en voorzitter van de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende Bedrijven, ziet een trend. "Bij alle leden van onze vereniging is hiervan sprake. Met name regionale slachterijen vervullen deze functie, op hele grote slachterijen kan het niet altijd."
Betrokkenheid
Zelf heeft Wouters een regionale slachterij in De Hoef: "Veel dieren komen hier al uit de regio. Veehouders en boeren brengen ze zelf, maar je ziet ook steeds meer kleinschalige initiatieven." Vriendengroepen die gezamenlijk dierenhouden en ze laten slachten om samen te delen, bijvoorbeeld. "Dat is wel een mooie ontwikkeling. Mensen raken zo weer betrokken bij wat er allemaal komt kijken voordat er een stukje vlees op je bord ligt."
"Als je een stuk verpakt vlees in de supermarkt koopt, weet je niet wat er allemaal achter zit", vervolgt Wouters. "Als je zelf een dier verzorgt, weet je wat voor voeding er is ingegaan, wat voor medicijnen, enzovoorts. Daarnaast smaakt het ook beter omdat er veel moeite voor is gedaan. De beleving is anders."
Soort moestuin
Wouter Slors houdt al negen jaar schapen met een aantal vrienden in Muiderberg. "Aan het eind van het jaar slachten we de dieren, we verkopen wat lokaal en we verdelen er een paar onder de club. Het is bij wijze van spreken een moestuin, maar dan met schapen."
Slors vindt het fijn dicht bij het dier te staan. "Als je je vlees altijd in de supermarkt koopt, weet je niet wat voor dier het is. In veel landen is het heel gewoon je eigen dieren te slachten. Ik vind het een leuk idee dat ik weet waar het vandaan komt. Het vlees heeft ook een andere structuur en een andere smaak."
De kiloprijs van zelf geslachte dieren ligt iets hoger dan die van dieren in de supermarkt. "Maar dit vlees is veel lekkerder", zegt Slors.