
De recherche werkt inefficiënt en de kwaliteit van de medewerkers loopt sterk uiteen - sommigen zijn niet goed genoeg opgeleid, blijkt uit het rapport. En als agenten op hun gebreken worden aangesproken, dan volgt er uiteindelijk geen verbetering van de situatie.
Bezuinigingen
Van der Steur schrijft de misstanden toe aan 'een cultuur van vrijblijvendheid'. Verder is er materialistisch gezien aardig wat achterstallig onderhoud. Zo hebben rechercheurs bijvoorbeeld een diensttelefoon die zo gedateerd is, dat ze maar hun eigen privé iPhone gebruiken.
Gerrit van de Kamp, voorzitter van de politievakbond ACP: "Wij hebben al zo vaak op deze misstanden gewezen. Anderhalf jaar geleden is er bijvoorbeeld bezuinigd op onderwijs voor de recherche, de kritiek daarop werd toen allemaal weggewoven en vervolgens krijgen collega's dit op hun bord geserveerd."
Voor het onderzoek is gesproken met 150 politiemensen, wetenschappers en journalisten. Daarnaast zijn er tientallen actuele rapporten bestudeerd. De minister benadrukt dat het echt een gedegen rapport is en dat het ook zeker positieve punten heeft. Zoals de forensische opsporing en cybercrime.
Angstcultuur
De onderzoekers schrijven ook over een dubbelzinnige verhouding tussen Kamerleden, het departement, het OM en de politie. Als er een probleem is, dan is iedereen vooral bang voor represailles. Een angstcultuur waarin niet goed gefunctioneerd kan worden.
Van de Kamp: "Als rechercheurs resultaten moeten behalen en vervolgens worden afgerekend op hun fouten, maar er geen ruimte is om te leren van die fouten, dan krijg je vanzelf dit gedrag."