Chinezen investeren steeds meer in Europa
Hotels, voetbalclubs en vliegvelden, niets lijkt meer veilig voor de koopwoede van Chinese investeringsmaatschappijen. Afgelopen jaar werd er door Chinese bedrijven voor 20 miljard euro in Europa geïnvesteerd.
Vooral voetbal vinden de Chinezen interessant. Onlangs heeft de Chinese regering een nieuw beleid afgekondigd waarbij er een x-aantal velden per bepaald aantal inwoners moet zijn. Maar dat breidt zich ook uit buiten Chinese grenzen: de Haagse club ADO Den Haag, Aston Villa en het Italiaanse Inter Milaan zijn inmiddels ook (grotendeels) in handen van Chinese eigenaars. En dat legt de clubs geen windeieren: Inter Milaan ontving 270 miljoen euro in ruil voor 70 procent van de aandelen. En ook niet onbelangrijk: China keert bonussen uit voor iedere club die een Chinese voetballer in dienst neemt. Zo creëren ze gelijk wat meer kansen voor hun landgenoten in Europa.
En zo gaat het ook ongeveer met luchthavens, hotels, etcetera. China spendeert dus graag zijn ‘yauns’ aan Europa. De vraag is nu of dit goed of juist slecht nieuws is. Volgens Peter Ho, Hoogleraar Chinese economie en ontwikkeling, hoeven we ons niet direct zorgen te maken: ‘Als Chinezen veranderingen willen aanbrengen in strategisch belangrijke sectoren dan grijpt een regering wel in’, vertelt hij. ‘Er zullen niet snel investeringen worden toegestaan die nationale belangen schaden’, licht de hoogleraar toe.
Toch blijft het een feit dat een investeerder vaak invloed wil uitoefenen, vertelt Ho. ‘De Chinese geldschieter wil waar voor zijn geld zien. Hij wil dus hoogstwaarschijnlijk mee beslissen in bepaalde processen’.