Transitievergoeding dwingt payroll-werkgever tot 'creatieve' oplossingen
Werkgevers gaan meer betalen voor hun payroll-werknemers, blijkt uit onderzoek van BNR. Wanneer een werknemer twee jaar in dienst is bij een bedrijf moet er sinds 1 juli bij ontslag een transitievergoeding betaald worden en dat betekent een forse kostenpost voor payroll-bedrijven.
Payroll-bedrijven komen daarom met creatieve oplossingen. "Een payroll-bedrijf heeft een cao gemaakt die het voor werkgevers weer makkelijker maakt om werknemers langer in tijdelijke dienst te nemen. Dat was nou net niet de bedoeling van de wetgever, die van flexwerk naar zekerheid wilde gaan", zegt Olav Wagenaar van juridisch dienstverlener DAS tegen verslaggever Elfanie Toe Laer.
Dat het payroll-bedrijf de plicht heeft om een transitievergoeding te betalen als de werknemer daar recht op heeft, staat volgens Maurice Rojer van de Vereniging Payroll Ondernemingen (VPO) buiten kijf. Maar de crux zit hem in de manier waarop de werkgever vervolgens in gesprek kan gaan met de opdrachtgever over de verdeling van de kosten van die transitievergoeding. "Het is een wet die net in werking is getreden, dus ik denk dat de markt zich nog wel moet zetten naar die nieuwe situatie."
Inzetbaarheid
Dat maakt de verdeling van die kosten nog niet duidelijker. "Ga ik ze delen met de opdrachtgever? Draag ik ze zelf als payroll-bedrijf? Of investeer ik gewoon in de inzetbaarheid van die payroll-werknemer? Die investeringskosten kunnen nog wel eens een post zijn die je kunt aftrekken van de transitievergoeding. Ons advies is om in gesprek te gaan met je opdrachtgever, zeker als het gaat om een tussentijdse aanpassing van je payroll-contract."
Uitdaging
Daarnaast is het belangrijk om goed na te denken over hoe je kunt investeren in werknemers, zodat ze inzetbaar blijven, meent Rooijer. "Het doel van de transitievergoeding was om de inzetbaarheid van werknemers te bevorderen. Het versterken van de positie van de werknemer is wel een uitdaging. De wet zal niet per se meteen de zekerheid bieden die ermee beoogd werd; dat zal op langere termijn blijken, of dat zo is."