
In 2015 werkten bijna 3 miljoen mensen weleens vanuit huis; van hen deed 62 procent dit incidenteel. Van de werknemers die incidenteel thuiswerken geeft 61 procent aan dat familieactiviteiten er weleens bij in schieten vanwege het werk. Dat is vaker dan bij werkenden die gewoonlijk thuiswerken of juist helemaal niet thuiswerken.
Overwerk is voor de incidentele thuiswerker de belangrijkste oorzaak, zegt Marjolijn Jaarsma van het CBS. 'Mensen hebben het druk, ze hebben veel te doen en ze krijgen het op kantoor, in de klas of op de zaak niet af en gaan thuis verder. En daar lijdt dan het gezin iets vaker onder dan het werk.'
Onder docenten komt incidenteel thuiswerken het vaakst voor. Jaarsma: 'Ander onderzoek van het CBS laat zien dat mensen in het onderwijs relatief veel werkdruk ervaren en dat zij aangeven dat ze veel moeten doen. Dat kan heel goed verklaren waarom leraren relatief veel werk mee naar huis nemen.'

In 2015 werkten bijna 3 miljoen van de 8,3 miljoen werknemers en zelfstandigen (36 procent wel eens thuis of vanuit thuis. Van deze thuiswerkers doet 62 procent dat incidenteel. Dat wil zeggen dat ze op een ander adres dan hun huisadres werken maar ook wel eens - al dan niet op een vaste dag - thuis werken. Onder docenten komt thuiswerken het vaakst voor: 66 procent werkt incidenteel thuis.
De overige 38 procent van de thuiswerkers werkt gewoonlijk thuis of gebruiken de eigen woning als uitvalsbasis, zoals zelfstandige schrijvers of fotografen.
