Om- en bijscholen: wie is verantwoordelijk?
Werkgevers moeten hun personeel meer ruimte geven om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen, ook als die vaardigheden niet direct aansluiten bij de baan van de werknemer. Dat schrijft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport over de Nederlandse arbeidsmarkt. Hoe valt dit in de praktijk te brengen?
De Sociaal Economische Raad (SER) juicht de conclusie van de OESO toe. 'De OESO zegt vooral: het is heel urgent dat we nu in Nederland zorgen dat we dat leven lang leren, waar we al vreselijk lang over praten, nu gaan doen. Daar zijn wij het vanuit de SER zeer mee eens', zegt SER-voorzitter Mariëtte Hamer.
Enerzijds zijn er opleidingen en cursussen die aansluiten bij iemands huidige werkzaamheden. 'Daarvan is het over het algemeen logisch dat de werkgever dat betaalt', zegt adviseur Piet Vessies van werkgeversorganisatie AWVN. Anderzijds zijn er opleidingen die minder bij het werk aansluiten. Vessies: 'Daarvan is het even de vraag of daar nou een rol ligt voor de werknemer zelf of voor de overheid.'
Zowel Vessies als Hamer spreekt van 'gedeelde verantwoordelijkheid'. Wat Hamer betreft ligt die gedeelde verantwoordelijkheid bij overheid, die geld beschikbaar moet stellen, en werkgever, die tijd beschikbaar moet stellen. 'En natuurlijk die werknemer zelf, die zal ook in actie moeten komen. De enige die dat leren kan doen, dat ben je zelf.'
Gesprek op de werkvloer
Hamer erkent dat het voor een werkgever lastig kan zijn om een werknemer een opleiding te laten volgen voor een baan die die werkgever zelf niet in huis heeft. 'Je kunt ook kijken wat je kunt benutten in je huidige baan en wat je voor de toekomst nodig hebt. Dat bepleiten wij heel sterk: dat de leidinggevende en de werknemer zelf veel vaker en veel intensiever in gesprek gaan over wat de ontwikkelingskansen zijn, wat de mogelijkheden zijn, en hoe scholing daarbij past.'
De AWVN pleit voor 'werkend leren'. Vessies: 'Ik denk dat je dat proces van leren op je eigen werkplek steeds explicieter zal moeten maken en dat je er ruimte voor moet geven, dus dat je in het bestaande werk uitdagingen kunt inbouwen, die maken dat mensen ook op hun eigen werkplek dingen gaan leren waar ze normaal gesproken niet op gekomen zouden zijn.'