Jørgen Hulsmans, plaatsvervangend directeur Beleid van Bouwend Nederland, steunt het achterliggende doel, maar vindt de maatregel disproportioneel. 'Feitelijk probeert het maar een heel klein deel aan te pakken, terwijl een groot deel van de bedrijven allerlei verplichtingen wordt opgelegd. Die worden ook nog eens administratief belast.' Eigenlijk komt het erop neer, zegt Hulsmans, dat de bedrijven nu het werk moeten doen van de Inspectie.
Luister ook | Ook senaat steunt aanpak schijnconstructies
De maatregel geldt voor mensen die in dienst zijn bij een buitenlands bedrijf in Nederland en ook in het buitenland uitbetaald worden. Dat gaat al gauw om duizenden mensen, vaak gedetacheerde werknemers uit EU-landen, en uit landen als Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Dat kan ook de schilder uit een ander EU-land zijn die via een buitenlands bedrijf hier werkt en elders wordt uitbetaald.
Bescherming
De meldplicht is in het leven geroepen om buitenlandse werknemers te beschermen tegen uitbuiting. Daarnaast moet het in kaart brengen hoeveel van de buitenlandse bedrijven actief zijn in Nederland. Het bevordert een eerlijker arbeidsmarkt, zegt Frank van Gool van OTTO Workforce. 'Zo zorgen we dat er geen oneerlijke concurrentie komt en dat mensen niet ver onder cao-voorwaarden in Nederland te werk worden gesteld.'
Luister ook | Schijnconstructies bedrijven kosten Nederlandse staat geld
De constructies die nu scherper in kaar worden gebracht zijn niet illegaal. Met name in de bouw en het transport wordt er gretig gebruik van gemaakt. 'De Poolse schilder die een huis komt schilderen, moet minimaal het Nederlands wettelijk minimumloon verdienen, de opdrachtgever moet verifiëren of aan die meldingsplicht is voldaan. Zo kan de inspectie veel makkelijker nagaan waar mensen werken en of ze de juiste salarissen krijgen.'
