Arbeidsmarkt25 mei '22 07:51

SER: Nederlanders moeten meer werken

Auteur: Mark van Harreveld

Nederlanders moeten meer uren gaan werken. Dat is één van de vijf aanbevelingen die de Sociaal Economische Raad (SER) in een tussentijds advies aan het kabinet geeft - over de grote tekorten op de arbeidsmarkt. De SER waarschuwt voor een lagere welvaart als gevolg van die tekorten.

Het gebouw van de SER in Den Haag
Het gebouw van de SER in Den Haag (ANP / Tobias Kleuver Media)

Om de arbeidsmarktkrapte in de zorg, onderwijs, veiligheid, rechtspraak en kinderopvang te verminderen is een actief, langjarig arbeidsmarktbeleid van overheid en sociale partners vereist. Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in een tussentijds briefadvies aan het kabinet.

De SER ziet concrete mogelijkheden voor de korte termijn om de krapte te verminderen. Niet alleen door het stimuleren van méér uren te werken, maar ook door een betere organisatie van het werk, minder regeldruk, goed werkgeverschap en meer langjarig perspectief in beleid. Het tussentijdse advies is gericht op de korte termijn, later dit jaar komt het adviesorgaan met een meer uitgewerkt advies, ook voor de lange termijn.

Voor de korte termijn moet er volgens de SER op vijf borden geschaakt worden. Met name in zorg en onderwijs waar erg veel in deeltijd gewerkt wordt.

Stimuleer meer uren

Allereerst moet het potentieel van mensen die (meer uren) willen werken gestimuleerd worden, onder meer door goed werkgeverschap en betere (slimmere) roosters. De overheid kan in de komende belastingplannen ervoor zorgen dat werknemers meer overhouden van de bruto-loonsverhoging die daaruit volgt. Eerder deed de SER al aanbevelingen over verlof, kinderopvang en de markt voor persoonlijke dienstverlening.

Goed werkgeverschap

Voorts moeten werkenden 'gekoesterd' worden met goed werkgeverschap en goed management. Dat betekent dat het werk 'hanteerbaar, aantrekkelijk en perspectiefrijk' gemaakt moet worden. Hierbij moet gedacht worden aan goede loopbaanmogelijkheden, een inclusieve bedrijfscultuur, ruimte voor opleiding, zeggenschap over het eigen werk en een goede balans tussen werk en privé én een goed salaris. Niet onbelangrijk in het advies: 'een uitgangspunt daarbij is een vast contract als er sprake is van structureel werk'.

Vernieuwing en slimmer werken

In de derde plaats moet werk gemaakt worden van vernieuwing en slimmer werken. Volgens de SER daalt de productiviteit in grote delen van de maatschappelijke sectoren. En die moet weer omhoog om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de publieke dienstverlening te behouden. Dat betekent volgens de SER dat gericht gestuurd moet worden op productiviteitsverhoging. Omdat juist op de werkvloer mensen veel kennis en goede ideeën hebben om werkprocessen slimmer te organiseren, is het belangrijk om werkenden meer te betrekken. Ook arbeidsbesparende technologie kan helpen.

Red tape

Een vierde aanbeveling heeft betrekking op de zogeheten ‘red tape’, de administratieve belasting moet dus omlaag. Want die administratieve belasting kost medewerkers veel tijd en veroorzaakt afnemende motivatie en uitstroom. In concreto betekent dat: minder regelzucht, meer regelmogelijkheden en een cultuur van vertrouwen in professionals.

Langjarig perspectief

Ten slotte moet er 'langjarig perspectief in beleid en uitvoering' komen. Omdat hervormingen en taakstellingen in het verleden sterk bijdroegen aan de huidige krapte, is bestendig beleid noodzakelijk. De SER verwacht in het najaar van 2022 met een volledig advies te komen en zal deze vijf hoofdaanbevelingen daarin verder uitwerken, ook met het oog op de lange termijn.

Maar waaruit bestaat dat 'onbenutte arbeidspotentieel' nou helemaal?

Image

Het CBS geeft het volgende staatje waarover de persvoorlichting van de SER het volgende schrijft:

Het paarse vak is wat wij noemen het ‘onbenutte potentieel’: mensen uit de werkzame leeftijd die niet werken, of meer zouden kunnen werken dan ze nu doen. Daarbinnen gaat het volgens ons advies dus vooral om die 182 duizend (beschikbaar, niet gezocht) én die 491 duizend mensen die méér uren willen werken dan ze nu doen. Die groep ‘beschikbaar, niet gezocht’ bestaat uit personen van 15 tot 75 jaar die geen werk hebben, direct beschikbaar zijn voor werk, maar niet recent naar werk hebben gezocht. Bijvoorbeeld omdat ze teleurgesteld zijn afgehaakt na afwijzingen, hoeft niet per se, etc. Hoe groot die groep ‘wil meer werken’ is in de publieke sector weten we niet, wel dat zorg en onderwijs heel veel deeltijd kennen.

Er is trouwens ook nog een wat raadselachtige groep ‘gezocht, niet beschikbaar’. Dat zijn mensen van 15 tot 75 jaar die geen werk hebben, niet direct beschikbaar zijn voor werk, maar wel recent hebben gezocht. Het zou kunnen dat zij ziek zijn of thuis dwingende (bijvoorbeeld zorg)verplichtingen hebben, maar toch kijken of er iets is wat ze betaald kunnen doen. In ons advies gaan we daar niet echt op in.

Document: Conceptbriefadvies Arbeidsmarktproblematiek maatschappelijke sectoren versie 18 mei.pdf


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen