
Maar betekent dat dat er sprake is van een structurele verandering? Volgens onderzoeker Mathijs de Haas is het in ieder geval een zeer belangrijke vraag. 'Om die vraag te beantwoorden, moeten we eigenlijk terug naar het begin van de pandemie. Toen zagen we natuurlijk een enorme toename in het thuiswerken. Richting de zomer van 2020 nam het af, en na een opleving in januari - de tweede lockdown - neemt het nu ook weer steeds meer af.'
Lees ook | Werkgever moet investeren in personeel
Daaruit valt dus te concluderen dat werkend Nederland weer steeds vaker op kantoor te vinden is. De Haas: 'Maar we werken nog steeds heel veel thuis. Wat belangrijk is om antwoord te geven op de vraag of het allemaal structureel is, is kijken naar de verwachtingen die mensen hebben. Wat verwacht men te blijven doen in de toekomst zolang er geen coronamaatregelen zijn. En daar zien we eigenlijk dat die verwachtingen sinds onze meting in april 2021 heel stabiel zijn, dus mensen verwachten ongeveer hetzelfde als een jaar geleden. Dat betekent dat men verwacht nog altijd 6,5 uur per week thuis te werken, een verdubbeling van voor de pandemie.'
Afname
Wel verwacht De Haas dat het aantal nog iets zal slinken. 'Ten opzichte van nu zullen we nog een kleine afname zien, dus we gaan nog iets vaker terug naar kantoor dan nu. Maar vergeleken met vóór de pandemie, is het gemiddelde verdubbeld.'
Lees ook | Ook op kantoor meer verzuim door corona
De Haas stelt tevens dat het een gemiddelde hoeveelheid betreft én dat 6,5 uur nog geen hele werkdag is. 'Wat daarmee te maken heeft, is dat we het hebben over een gemiddelde voor alle werkenden. En wat we ons moeten realiseren is dat er ontzettend veel werkenden zijn die helemaal geen mogelijkheid hebben om thuis te werken. Denk aan mensen die in de uitvoering werken, in de fabriek staan of in de zorg werkzaam zijn. Die kúnnen hun werk niet eens vanuit huis doen, dus het gemiddelde daalt.'
4 op de 10
Volgens De Haas is het gemiddelde van 6,5 uur gebaseerd op een gegeven dat 4 op de 10 werknemers thuiswerkt. 'We zien daarin heel duidelijk hoger opgeleiden terugkomen; mensen met een kantoorbaan. Ik ben er zelf een goed voorbeeld van, als onderzoeker kan ik eigenlijk al mijn werk vanuit huis doen. Daarnaast zien we ook dat de groep mensen die het openbaar vervoer naar werk nam, steeds meer thuisblijft. Dat hangt ook weer samen, want dat zijn ook vaak hoger opgeleiden met kantoorbanen.'