Het jeugdwerkloosheidsprobleem is in werkelijkheid nog groter, omdat ongeveer 2 miljoen jongeren hun zoektocht naar een baan al staakten of besloten langer te gaan studeren. Ook in Nederland heeft deze groep zich teruggetrokken uit de arbeidsmarkt.
Opleiding
Dat komt naar voren uit een rapport dat de internationale arbeidsorganisatie ILO dinsdag presenteerde. In de hele EU is het aantal jongeren zonder baan en opleiding met bijna 2 procentpunt gegroeid sinds het uitbreken van de economische crisis.
Het ILO meent dat de jeugdwerkloosheid alleen goed kan worden bestreden door meer geld te steken in de groei en het creëren van banen. De arbeidsorganisatie trekt dan ook aan de bel over "het huidige besparingsbeleid".
Vergrijzing
Ben Rijgersberg van de Stichting Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven wijst op de noodzaak van stageplekken. "Er gaat door de vergrijzing een tekort ontstaan. In Nederland hebben we een heel mooi systeem van leerbanen. Je hebt betaald werk en wordt opgeleid, en daarnaast heb je stageplekken, waarbij je op school zit en af en toe in een bedrijf wordt opgeleid met een stage."
"Wanneer er te weinig leer-werkplekken zijn, kun je jongeren tijdelijk plaatsen in een meer theoretische opleidingsvariant", zegt Rijgersberg. Vanmiddag praat de Stichting Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven hier voor het eerst over met de politiek. "In Nederland hebben we ongeveer 200.000 erkende leerbedrijven met heel veel stagecapaciteit. Daar gaan we samen met kenniscentra per branche vol op inzetten."
EU-top
Die opmerking is gericht aan het adres van de informele EU-top van woensdag in Brussel, die de economische groei behandelt. Ook premier Mark Rutte zal daarbij aanwezig zijn.
De wereldwijde jeugdwerkloosheid ligt met 12,7 procent eveneens hoog. Vorig jaar waren ongeveer 75 miljoen jongeren van 15 tot 24 jaar op zoek naar een baan De jeugdwerkloosheid zal waarschijnlijk pas weer na 2016 afnemen.
Het ILO zegt dat er verschillende maatregelen nodig zijn om het ontstaan van een verloren generatie te voorkomen.