Made in Ethiopia-label rukt op
Kledingconcerns richten hun pijlen op Afrika nu de textielindustrie in Azië onder vuur ligt. De onrust in Azië is groot, doordat arbeiders hogere lonen eisen, staken en veilige fabrieken willen. H&M onderzoekt of het de productie naar Ethiopië kan verplaatsen.
Volgens Dhyana van der Pols, directeur van Nash International, adviseur voor de kledingindustrie, is Azië hiermee niet helemaalvan de baan: "Azië is niet te duur. Alleen de groei van grote ketens als H&M en Primark moet worden ondersteund door te zoeken naar nieuwe landen om in in te kopen. Voorheen waren dat Cambodja en Myanmar, nu zijn de pijlers op Ethiopië of Afrika als geheel gericht."
Dat is niet zozeer met het oog op volledig wegtrekken uit Azië, zegt Van der Pols, "maar meer om te zeggen: we zoeken nieuwe landen waarin we werkgelegenheid kunnen stimuleren en aan armoedereductie kunnen doen. Natuurlijk met de garantie dat je als kledingretailer continuïteit houdt in je operaties."
U maakt er een mooi verhaal van. Maar het is toch ook gewoon goedkoop daar?
"Ja, absoluut. Dat is natuurlijk een grote cost driver, de reden waarom je productie verplaatst van het ene land naar het andere. Dat zien we nu ook in Bangladesh. Dat verliest straks veel business aan Pakistan, dat een maand geleden weer het nulrecht op Europa heeft gekregen. Helaas blijft het kostenargument altijd overeind. Alleen moeten we ons, denk ik, goed realiseren dat het volume dat we tot nu toe uit dat soort landen kunnen 'weghalen' geen enkele relatie heeft met Azië. Als je bedenkt dat Bangladesh bijvoorbeeld 5 duizend fabrieken heeft, waar nu wordt ingekocht, hebben we het in Ethiopië op dit moment over maximaal 100 modebedrijven, die aan Europa leveren."