
Zelfs met de crisis verhuizen er nog steeds weinig Europeanen voor werk naar een ander land. En dat terwijl arbeidsmobiliteit één van de grondrechten van de EU is.
Interne marktgedachte
“De crisis laat heel goed zien dat de interne marktgedachte niet optimaal functioneert. De markt voor het vrije verkeer bestaat eigenlijk niet in die mate”, vertelt Henk van Houtum, politiek geograaf aan de Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit Bergamo. Volgens hem is er ondanks de crisis en huidige toestroom van Grieken en Spanjaarden, nog steeds weinig arbeidsmobiliteit binnen de EU. “2 of 3 procent van het totaal aantal mensen die in de Europese Unie wonen, woont in een ander land. Dat is heel erg weinig.”
Oost-Europa
Dat geldt overigens minder voor Oost-Europeanen, omdat die door te verhuizen vaker meer kunnen verdienen dan in hun eigen land. “Dan zie je wel wat meer economische motieven om te gaan verhuizen. Ook daar zie je eigenlijk het overgrote gedeelte van de mensen juist nationaal werk zoeken. Blijkbaar is het verlaten van huis en haard om te gaan werken in een andere land voor heel veel mensen een grote stap”, zegt Van Houtum.
Niet ideaal
Ook de Europese Commissie geeft toe dat arbeidsmobiliteit niet helemaal van de grond is gekomen. “Het is zeker zo dat de Europese arbeidsmarkt niet op een ideale manier functioneert”, vertelt Stefaan de Rynck, woordvoerder van de Europese commissie voor de interne markt.
Volgens De Rynck ligt het aan een aantal dingen. “Mensen zeggen dat het moeilijk te organiseren is vanwege hun familie. Ook de taal is een probleem voor sommige mensen. Ook is het bijvoorbeeld lastig om pensioenrechten op te bouwen in verschillende landen.”
Arbeidsstelsel
Maar lidstaten willen niet zomaar hun eigen sociale zekerheid- en arbeidsstelsel overhevelen aan Brussel, maar de commissie dringt daar wel op aan. “We moeten tot een oplossing komen. Uiteindelijk functioneert de interne markt niet goed genoeg en dat is niet in het belang van de individuele lidstaten.”
De vraag is of het idee van Europese arbeidsmobiliteit dan niet een ideologische constructiefout geweest. “Het is niet zozeer een constructiefout, maar eerder een feit dat men er aan moet werken en dat er een betere samenwerking moet komen tussen nationale instanties.”
In evenwicht
Maar de crisis biedt nieuwe kansen en arbeidsmobiliteit moet meer gestimuleerd worden. Dat zegt zowel De Rynck als Van Houtum. “In de huidige crisis is de grotere arbeidsmobiliteit een belangrijke factor om de economieën in de eurozone wat meer in evenwicht te brengen. En om wat te doen aan de hoge werkloosheidcijfers in bijvoorbeeld Zuid-Europese landen”, zegt De Rynck.
“De Europese Commissie moet doelgericht met werkgevers werken, meer vaardigheden uit te bouwen bij de werklozen en ook op het volwassenenonderwijs. Er zijn al voorstellen om barrières weg te werken die van administratieve aard zijn.”
Europese student
Er wordt in ieder geval door de Commissie al ingezet op een nieuwe generatie arbeidsmigranten: de Europese student. “Ongeveer 2,5 miljoen mensen proberen we in het Erasmus programma te krijgen. Dat creëert contacten, kennis van andere landen en haalt het vreemde weg van andere landen. En dat kan de mobiliteit van arbeid verder stimuleren.”