De Dow-Jonesindex sloot 0,3 procent (35,79 punten) lager op 13.982,91 punten. De brede S&P 500 steeg 0,1 procent (0,9 punt) tot 1520,33 punten. De index bereikte eerder op de dag de hoogste stand sinds november 2007. Technologiebeurs Nasdaq klom 0,3 procent (10,38 punten) tot 3196,88 punten.
State of Union
President Barack Obama riep de Republikeinen dinsdag in zijn
zogeheten State of the Union- toespraak op tot samenwerking, zodat de
gevreesde automatische bezuinigingen uitblijven. Het overleg over de
begroting zit echter muurvast, terwijl de volgende deadline al op 1
maart is. Obama wil het overheidstekort aanpakken, maar pleitte
tegelijkertijd voor verstandige investeringen om de economie aan te
jagen.
McDonalds
McDonald's ging 1,2 procent omlaag, volgens analisten vanwege de door
Obama aangekondigde plannen om het minimumloon te verhogen van 7,25
dollar tot 9 dollar per uur.
General Electric (GE) klom 3,6 procent. Het Amerikaanse industriële conglomeraat verkoopt zijn resterende belang van 49 procent in het entertainmentbedrijf NBC Universal aan mediabedrijf Comcast voor 16,7 miljard dollar (12,4 miljard euro). Comcast wordt daarmee de volledige eigenaar van NBC.
Coca-Cola behoorde tot de sterkse dalers in de Dow-Jonesindex met een verlies van 1 procent, nadat de kleinere branchegenoot Dr Pepper Snapple een tegenvallende prognose gaf.
Importprijzen
Op macro-economisch terrein werd voorbeurs bekendgemaakt dat de
detailhandelsverkopen in de Verenigde Staten in januari conform
verwachting met 0,1 procent zijn gestegen. In december groeiden de
consumentenverkopen nog met 0,5 procent.
Ook bleek dat de importprijzen vorige maand met 0,6 procent zijn toegenomen. Economen gingen uit van een stijging van de invoerprijzen met 0,8 procent. De Amerikaanse bedrijfsvoorraden over december vielen met een stijging van 0,1 procent iets lager uit dan de 0,2 procent die economen hadden voorspeld. Het was de kleinste stijging van de voorraden in 6 maanden tijd door voorzichtigheid in verband met de zogeheten 'fiscal cliff'.
Euro
De euro noteerde een stand van 1,3445 dollar, ten opzichte van 1,3440
dollar rond het slot van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse
olie daalde 0,4 procent tot 97,17 dollar per vat. Brentolie werd 0,1
procent duurder tot 118,75 dollar.