In 2011, met een ongeveer even hoog aantal beginnende bedrijven, ging het om 26 procent.
Volgens ING-econoom Katinka Jongkind is een combinatie van slechte voorbereiding en economische tegenwind verantwoordelijk voor het groeiende aantal voortijdig afgebroken start-ups. Het aantal opheffingen was het hoogste in de sectoren detail- en groothandel, transport en logistiek en in de horeca. In het onderwijs, de zorg en in de industrie is het aantal starters dat er na een jaar de brui aan geeft juist het laagst. Dat zijn ook de sectoren waarin veel voorbereidingstijd, kennis en kapitaal nodig is om te starten.
Meer zzp'ers
Voor dit jaar verwacht ING dat het aantal starters opnieuw rond de
121.000 uitkomt. Er zullen meer zzp’ers, zelfstandigen zonder
personeel, met een bedrijfje beginnen, maar ‘klassieke’ ondernemers
wachten liever tot het economisch klimaat aantrekt.
Volgens de bank zijn de eerste 3 jaar kritiek voor het slagen van een bedrijf. Na het eerste jaar met circa 30 procent afhakers, stopt in het tweede jaar nog eens zo’n 15 procent van de starters. In het derde jaar is in totaal zo'n 60 procent van de beginnende bedrijven weg. Na het derde jaar ligt het aantal opheffingen op of onder de 10 procent.