De beurs wil in het oosten maar niet opkomen
In een groot deel van de wereld gaat het niet best met de economie, maar prima met de beurzen. In China is het net andersom.
Terwijl wereldwijd belangrijke beurzen zich hebben hersteld van de beurscrash in 2009, blijft de Chinese beurs achterop. Corné van Zeijl, fondsmanager bij SNS, ziet twee redenen daarvoor: de economische groei en de vrees voor een nieuwe kredietbubbel.
''De Chinese economie groeit nog steeds hard en er worden dus veel hoge omzetten gemaakt. Maar voor de belegger blijft er weinig over, omdat ook de lonen hard stijgen. Je kunt dus beter werknemer dan aandeelhouder zijn',' zegt Van Zeijl. ''Daarnaast zitten in de Chinese economie nog steeds veel banken. Het is voor beleggers heel erg moeilijk inzicht te krijgen of de kredietbubbel echt voorbij is.''
Onderscheid
Niet dat alle Chinese beurzen het zo slecht doen. Volgens Jaap van der Hart, die zich als fondsmanager bezighoud met China, is het belangrijk om een onderscheid te maken. ''Je hebt de lokale beurs in Sjan Sjengsen, die het inderdaad slecht doet. Maar de beurs in Hongkong, die ook toegankelijk is voor buitenlanders, doet het veel meer in lijn met andere internationale beurzen.''
En waar de beurs laag is, liggen ook kansen, weet Van der Hart. ''We denken dat de beurs daar wel verder omhoog kan, de groei zal relatief hoog blijven. Als we het vergelijken met andere opkomende markten, vinden we China relatief aantrekkelijk.''