Hoe kansrijk is Oost-Europa?
Nederlandse starters gaan oostwaarts, zo meldde het Financieele Dagblad een poos geleden. Klopt het dat onze kansen daar liggen? En waar liggen die kansen dan precies?
BNR zoekt uit hoe ver oostwaarts de startende ondernemer moet gaan om de kansen voor het oprapen te vinden.
Steeds meer Nederlanders beginnen een start-up in Duitsland. Uit cijfers van de Nederlands-Duitse Handelskamer blijkt dat Nederlandse bedrijven bijvoorbeeld steeds méér Duitse vestigingen hebben dan aanvankelijk bekend was.
Graantjes pikken
Momenteel gaat het om 8700 registraties, waar er aanvankelijk maar 1800 bekend waren, zo blijkt uit onderzoek van de Handelskamer. "Ze willen allemaal een graantje meepikken van de economische groei," verklaart de Handelskamer in het FD.
Maar waar liggen die kansen dan precies en waar moeten we precies zijn? Is dat net over de grens bij Enschede of moeten we moeten we verder vooruit kijken en Rusland bijna aantikken?
Sterke achterstand
Erik Dirksen, hoogleraar aan de Amsterdam Business School en voorheen verbonden aan het Oost-Europa Instituut van de UvA, tempert het enthousiasme over Oost-Europa.
"Of daar echt de grote kansen liggen, betwijfel ik. De economische ontwikkeling is niet zo denderend als gehoopt. Bulgarije en Roemenië hebben lichte tot matige groei en de inkomenspositie in deze landen blijft sterk achter."
Bulgaarse Braindrain
"Het zijn niet de groeitijgers die het moeten doen," vult Dirksen aan. "In vergelijking met bestaande West-Europese landen geloof ik niet dat ze meer potentie hebben."
Hij relativeert nog meer: "Oost-Europese landen hebben ook te maken met vergrijzing en sterk teruglopende inwonersaantallen. In Bulgarije is bijvoorbeeld ook sprake van een braindrain. Ze doen het niet heel veel beter dan wij."
Het zou Polen moeten worden...
Polen doet het volgens Dirksen nog het beste. "Polen is het land dat eigenlijk nog écht groeit."
"Voor de agrarische sector liggen zeker wel kansen in het oosten," voegt de hoogleraar toe. "Er is veel landbouwgrond beschikbaar en de bevolking zelf heeft er geen zin in. Nederlandse agrariërs beschikken over enorme kennis. Door de lage grondprijzen liggen dáár dus zeker kansen."
Over de eventuele voordelen van lage lonen hoor je volgens Dirksen niets. "Je kunt je overigens daar zelf vestigen als ondernemer, maar dat hoeft niet natuurlijk," vult hij aan.
Software en animatie?
Volgens de Nederlands-Duitse Handelskamer zijn de oostelijke starters met name actief in de alternatieve-energiesector en in de creatieve sector. Dirksen heeft ook veel hoop op de creatieve sector, en daarmee bedoelt hij vooral de it-sector; van software-ontwikkeling tot animatie.
"In Oost-Europa hebben mensen een goede opleiding. Je kunt daar wel aan mensen komen om mee samen te werken."
Op de vraag welk Oost-Europees land nu het beste uit de bus komt om ons te vestigen, pakken we The ease of doing business-index van de Wereldbank erbij. In deze index worden landen over de hele wereld geranschikt (van plaats 1 t/m 183) op 'het gemak om er zaken te doen'.
Minder regels
Bij die index valt op dat landen als Georgië, Esland en Litouwen het goed doen. Ze staan respectievelijk op een 17e, 18e en 25e plaats. Ter vergelijking: Nederland staat in deze lijst op plaats 29. Duitsland scoort ook goed met een 19e plaats.
Ondanks het feit dat het een vooraanstaande index is en voor veel ondernemers met emigratieplannen als leidraad geldt, plaatst Dirksen er ook een kanttekening bij.
"De gedachte achter deze index is: 'hoe minder regels, hoe beter', maar dat hoeft niet altijd het beste vestigingsklimaat op te leveren voor de ondernemers," denkt hij. "We hebben wel regels nodig om overzichtelijk te houden voor een eerlijk en zakelijk beeld."
Rotte appels
Ook zijn de onderlinge verschillen vrij klein, vindt Dirksen. "Vanaf plaats 50 kan het echt verschil maken. Wat je ziet is dat Baltische landen er alles aan doen om mee te doen, met name Estland is hier sterk in."
Over de arbeidsethos in Oost-Europa hoeven we ons niet teveel zorgen te maken. "Ze zijn daar al twintig jaar met de transitie bezig. De echte rotte appels zijn er wel uit. Maar: "Het hebben van goede connecties is er wel noodzakelijker dan in Nederland", meent Dirksen. "Je moet een goed netwerk hebben. Het is wel ons-kent-ons."
Neem een sjaaltje mee
Als we ons koude kikkerland willen ontvluchten, kunnen we klimaattechnisch het beste gaan voor Hongarije en Slowakije. Driksen: "In het het algemeen is het in deze landen warmer in de zomer dan in Nederland. En Polen is echt geen pretje in de winter."