'Komende decennia lagere economische groei'
Dick Benschop, president-directeur van Shell Nederland, denkt dat we de komende decennia rekening moeten houden met lagere groeicijfers in Europa. “De groei van de productiviteit loopt terug en we hebben geen bevolkingsgroei: je zult het echt van innovatie moeten hebben.”
De topman van Shell denkt dat er in de eurocrisis wel een bocht is gemaakt, met name door het optreden van de ECB sinds augustus. “Ik hoop dat de vertrouwenscrisis tussen de Europese landen en markten daardoor vermindert. Maar je moet grote zorgen hebben, niet alleen korte termijn over de inzakkende vraag, maar vooral over de structurele positie van Europa”, zegt Benschop in gesprek met BNR's Paul van Liempt.
Schaliegas
Ook sprak Benschop uitgebreid over het winnen van schaliegas. In Noord-Brabant, waar naar verwachting grote reserves te vinden zijn, willen bedrijven al jaren proefboren, maar de overheid talmt. En ook voor Benschop is dat een probleem. “Ik vind het terecht dat er wordt gekeken naar de voorwaarden waaronder, want het moet zorgvuldig gebeuren. We zitten in Nederland in een situatie van een dichtbevolkt land. Bijna niks kan in Nederland: CO2-opvang niet, windmolens in Groningen niet, schaliegas in Brabant niet.”
Benschop vervolgt: “Economische Zaken heeft een onderzoek aangekondigd, dat had al klaar kunnen zijn, maar moet nog beginnen. Dus weer die urgentie: het duurt echt iets te lang. We mogen ook wat nieuwsgieriger zijn. We zijn toch eigenlijk wel een gasland, dan hebben we potentieel een nieuwe bron van gas en dan zouden we daar niet eens naar exploreren.”
Beheersbaar
Benschop denkt dat de risico’s van schaliegaswinning enorm beheersbaar zijn met de juiste regelgeving. “Die mag je op hoog niveau vaststellen, zodat de risico’s geminimaliseerd worden. Daar pleiten wij ook voor als bedrijf. Maar je moet de wil hebben."
Ook voor de toekomst van Nederland heeft het land het gas nodig, meent Benschop. "We moeten efficiënter worden en renewables ontwikkelen: dat is de toekomst, maar gas hoort daarbij. Ook moeten we kijken naar onze concurrentiepositie en als je dat allemaal bij elkaar neemt dat merk je dat we niet op de goede weg zijn.”