Unilever werd niet beboet voor deelname omdat het bedrijf het kartel aangaf. Het concern hing een boete van 248,5 miljoen euro boven het hoofd.
Unilever gaf aan samen met Procter & Gamble (P&G), Henkel en Colgate-Palmolive afspraken te hebben gemaakt voor de prijzen van wasmiddelen. Het kartel was actief tussen 1997 en 2004, met een onderbreking tussen oktober 1998 en november 1999.
De afspraken
De vier spraken de prijzen af per merk, format (poeder of vloeibaar)
en segment. Zo mocht in het duurste segment Ariël van P&G 3 procent
duurder zijn dan Skip van Unilever en Le Chat van Henkel. Ook werden er regels over het aantal aanbiedingen per jaar en de hoogte van de kortingen opgesteld. Zo gold er een maximale korting van 15 procent op een verpakking van 45 doseringen.
Boetes
P&G moet 233,6 miljoen euro betalen, Henkel kreeg 92,3 miljoen euro boete en Colgate-Palmolive moest 35,4 miljoen euro betalen. Deze boetes liggen 15 tot 25
procent lager dan was opgelegd omdat ook deze drie
bedrijven meewerkten met de kartelwaakhond.