Beurzen New York stevig in de min
De New Yorkse effectenbeurzen zijn er vrijdag niet in geslaagd de openingsstand vast te houden. Belangrijke oorzaken waren de zorgen om Griekenland en de vrees voor problemen rond Italiaanse banken.
Bij twee Italiaanse banken bestaat onrust over de kapitaalpositie, waardoor
de algehele zorg over de eurozone is aangewakkerd.
De toonaangevende Dow-Jonesindex van 30 hoofdfondsen stond kort voor sluiting
van Wall Street op 11.943,09 punten. Dat is 0,9 procent lager dan het slot van
donderdag.
Daling over de hele linie
De breder samengestelde S&P 500-index verloor 1,1 procent en
noteerde 1269,34 punten. Technologiebeurs Nasdaq daalde met 1,4 procent tot
2650,34 punten.
In Europa circuleerden geruchten dat de banken Intesa Sanpaolo en UniCredit
meer kapitaal nodig hebben. Dit zou een gevolg zijn van de stresstesten die
Europese banken moeten ondergaan. Daar kwam nog bij dat kredietbeoordelaar
Moody's heeft gewaarschuwd dat de kredietwaardigheid van 16 Italiaanse banken
mogelijk wordt verlaagd.
Griekse bezuinigingen
Ondertussen wacht de financiële wereld in spanning af of de Grieken de
bezuinigingen erdoor krijgen. Volgende week velt het parlement zijn oordeel.
Op het macrofront werden cijfers bekendgemaakt over de orders voor duurzame
goederen. Daarbij was een stijging te zien van 1,9 procent in mei, terwijl het
aantal orders in april nog was gedaald met 2,7 procent.
Oracle grote verliezer
Op de Nasdaq behoorde softwareconcern Oracle tot de grootste verliezers. Het
bedrijf maakte tegenvallende kwartaalcijfers bekend en de koers daalde met 3,9
procent.
De euro was vrijdag kort voor het einde van de handel op Wall Street 1,4164
dollar waard. Bij het sluiten van de aandelenmarkten in Europa stond de munt op
1,4190 dollar.