Hoe de prestatiemoraal weer terugkwam bij Carlsberg
Cees ’t Hart verruilde ruim twee jaar geleden FrieslandCampina voor de Deense biergigant Carlsberg. Daar moet hij als eerste niet-Deense CEO het bedrijf concurrerender maken in een moeilijke biermarkt.
Toen ’t Hart binnenkwam bij Carlsberg, zat dat bedrijf in een moeilijke periode. De aandeelhouders waren ontevreden en wilden een ommezwaai: ‘Ze hadden eigenlijk drie redenen waarom ze iemand anders wilden hebben. Ten eerste zeiden ze dat we veel te veel beloofd hadden, maar niet performed hadden. Ten tweede hadden ze het idee dat er geen strategie was, waardoor ze niet wisten waar het naartoe ging en ten derde was er geen prestatiemoraal.’
Grootaandeelhouderschap
Dat die prestatiemoraal ontbrak had onder andere te maken met het grootaandeelhouderschap van de Royal Danish Academy of Sciences and Letters. Daardoor speelde het idee dat Carlsberg toch niet kon worden overgenomen. ’t Hart: ‘Maar vergis je niet: als deze onderneming niet stukken beter gaat functioneren, ben je straks onderdeel van een ander.’
Prestatiemoraal
De beste bescherming tegen een vijandige overname blijft toch gewoon goed presteren als bedrijf en dus moest de prestatiemoraal teruggebracht worden. Dat bereikte ’t Hart op verschillende manieren: ‘Allereerst door targets neer te zetten. Ten tweede door maandelijks de regio’s om tafel te hebben en naar hun performance te kijken. Ten derde door een extra bonus erop te zetten op het moment dat we werkelijk presteren. En ook door een aantal mensen, die eigenlijk niet in staat zijn om in zo’n competitieve omgeving te werken, te vragen om wat anders te zoeken.’
De volgende fase
De aanpak van ’t Hart heeft gewerkt: ‘Als je kijkt waar we nu staan, staan we er stukken beter voor dan twee jaar geleden. Onze schuld is met twee miljard afgenomen, onze marges zijn verbeterd, het dividend is omhoog, de koers is opgelopen met 45 procent, de moraal is terug, mensen zijn weer enthousiast. Dus we zijn een stuk beter op weg. Het enige wat we nu nog moeten doen, is groeien. Dat is de volgende fase.’