Ministerie zag stikstofcrisis al lang aankomen
Dat er een stikstofcrisis aan zat te komen, voelden ambtenaren van het ministerie van Landbouw al twee jaar geleden aan. Maar de minister deed amper iets om het onheil tegen te houden. Dat concludeert de Volkskrant op basis van off-the-recordgesprekken en een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur Wob.
Volgens politiek verslaggever Laurens Boven is dat de kernvraag van het probleem: hoe kan het dat het ministerie afgelopen zomer met de mond vol tanden stond toen de Raad van State een streep zette door de stikstofrekening? 'Dat had helemaal niet gehoeven, als ze hadden geluisterd naar het eigen ministerie. Er was zelfs een scenario opgesteld wat er moest gebeuren als de Raad van State de vergunningverstrekking zou vernietigen. De minister was gewaarschuwd, niet één keer, maar heel veel keren en zeker anderhalf jaar ervoor'.
Optimisme in plaats van realisme
'Er is optimistisch gedacht, de overheid is vooral bezig geweest met het onderzoeken van de onderbouwing om het huidige systeem overeind te houden', zegt Boven die voorspelt dat dit hard gespeeld gaat worden. 'Er is al wat irritatie doordat het Kabinet overvallen was door het stikstofbesluit, reken maar dat er morgen Kamervragen gesteld gaan worden'.
Worst-case negeren is niet verstandig
Het was niet slim om het worst case-scenario te negeren, zegt Tweede Kamerlid Laura Bromet van GroenLinks die een Kamerdebat heeft aangevraagd. 'Jarenlang is er uitgegaan van positieve scenario's, en dan is het onverstandig om het worst-case-scenario te negeren', zegt Bromet. Volgens haar is er een blinde vlek ontstaan 'waar economische groei altijd voorrang krijgt boven milieugrenzen. Al jaren roepen heel veel mensen dat de programmatische aanpak stikstof niet werkt, het komt veel mensen beter uit om net te doen alsof je hem wél kunt gebruiken zodat je door kunt gaan met alle economische ontwikkelingen en dan hoef je niet zo veel rekening te houden met de negatieve milieu-aspecten'.
Volgens minister Schouten heeft het ministerie het probleem niet onderschat, dat zegt ze tegen politiek-verslaggever Laurens Boven. 'Wij hebben alles altijd besproken en daarop doorgewerkt.' Volgens de minister kreeg dit 'zwarte scenario' genoeg aandacht. 'Het heeft veel aandacht gekregen, we zijn daarop door gaan werken. Maar in dat scenario zaten ook heel veel elementen die we op dat moment niet konden oplossen, sterker nog, daar zijn we nu hard voor aan het werken.'
Lees hier de brief van minister Schouten aan de Kamer in reactie op het artikel in de Volkskrant
op_berichtgeving_in_de_Volkskrant_van_28_oktober_2019_inzake_waarschuwingen_over_stikstofbeleid.pdf
Geachte Voorzitter,
Met deze brief reageer ik op de berichtgeving in de Volkskrant van 28 oktober. Ik hecht er aan uw Kamer zelf te informeren over de gang van zaken in aanloop naar de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) afgelopen mei.
Gedurende de looptijd van de rechtszaken die voorlagen bij de Afdeling heeft mijn ministerie intensief samengewerkt met de PAS-partners. Samen met de landsadvocaat zijn de rechtszittingen voorbereid. Ook is gewerkt aan verbetering en aanvulling van de onderbouwing van het PAS, conform de verwijzingsuitspraak van de Afdeling van 17 mei 2017.
Op 7 november 2018 verscheen het arrest van het Europees Hof van Justitie, naar aanleiding van de prejudiciële vragen van de Afdeling. Het Hof oordeelde dat een juridisch systeem als dat van het PAS toelaatbaar was en dat toestemmingsbesluiten voor stikstofdepositie veroorzakende activiteiten daar in beginsel op konden worden gebaseerd. Omdat het Hof de vraag of de onderbouwing van het PAS voldoende was teruglegde bij de nationale rechter, hebben de PAS-partners besloten het oordeel van de Afdeling af te wachten en niet zelf al te beslissen geen vergunningen meer te verlenen. Ook de rechtbank Overijssel oordeelde diezelfde maand in een voorlopige voorziening over veehouderijvergunningen dat het arrest geen aanleiding vormde om vergunningen te schorsen. Dit maakte dat de meeste ambtelijke capaciteit is ingezet voor verbetering en aanvulling van de onderbouwing van het PAS. Daarnaast zijn door ambtelijke werkgroepen scenario’s ontwikkeld voor het arrest van het Europees Hof van Justitie, en later voor de uitspraak van de Afdeling. Deze scenario’s varieerden van het volledig overeind blijven van het PAS tot het volledig onderuitgaan van het PAS. Hierbij bestonden geen blokkades: alle scenario’s zijn beschouwd.
Het rapport van april 2018 waar de berichtgeving in de Volkskrant naar verwijst – en dat ik met deze brief met uw Kamer deel – is onderdeel van de brede gedachtevorming. Het rapport is geschreven op het moment dat de Advocaat-Generaal van het Europese Hof nog met haar advies moest komen. Het loopt mogelijke kwetsbaarheden in het PAS-systeem langs en benoemt welke acties nodig zijn om deze eventueel te repareren. Het rapport als zodanig is niet met mij gedeeld. Het heeft wel aan de basis van de verdere scenariovorming gelegen, evenals aan de acties van de hierboven genoemde werkgroepen van de PAS-partners ter voorbereiding op de uitspraak van het Europese Hof en de zitting en vervolgens uitspraak van de Afdeling. Die scenario’s zijn met mij besproken. Ook in bestuurlijke overleggen met de PAS-partners hebben alle scenario’s altijd op tafel gelegen.
Ik kan mij voorstellen dat uw Kamer naar aanleiding van de berichtgeving vragen heeft. Ik ben graag bereid die vragen van een antwoord te voorzien. In dit verband wil ik er ook op wijzen dat het adviescollege stikstofproblematiek als onderdeel van zijn eindrapportage in mei volgend jaar een beleidsreconstructie zal presenteren. Bovendien zal, zoals toegezegd aan de Eerste Kamer (Kamerstuk 33 669 nr. M), een onafhankelijke evaluatie van het wetstraject om te komen tot het PAS, ook in relatie tot de uitspraak van de Afdeling, gelijktijdig met de beleidsevaluatie van het PAS met uw Kamer worden gedeeld. Uw Kamer ontvangt deze evaluaties voor de zomer van 2020.
Het is goed om te reflecteren op hoe zaken zijn verlopen. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk nu vooral ook vooruit te kijken en alle energie te richten op het werken aan een oplossing voor de stikstofproblematiek. Dat doe ik uiteraard graag in nauwe samenwerking met uw Kamer.
Carola Schouten
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit