SCP: Nederlanders hebben meer vertrouwen in toekomst, maar minder in politiek
Nederlanders kijken met meer vertrouwen naar de toekomst en zijn weer positiever over de economie. Dat blijkt uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau. Terwijl aan deze kanten het vertrouwen steeg, zag het bureau het vertrouwen in de politiek juist dalen.
Nederlanders hebben op dit moment weer net zoveel vertrouwen in de politiek als voor de coronacrisis. Over het algemeen is men nog wel overwegend negatief de stand van het land. 54 procent van de Nederlanders is nog wel pessimistisch over hoe het nu gaat met Nederland, legt Emily Miltenburg, van het SCP, uit. 'Zij zijn bang voor nieuwe varianten en vragen zich af hoe lang het allemaal nog gaat duren.'
Men denkt ook dat de komende tijd het leven nog niet normaal zal worden. Grotendeels verwacht men dat de leefstijl nog wel aangepast moet worden om zo volgende uitbraken van het coronavirus te voorkomen. Dat de gevoelens van Nederlanders zo uiteen lopen, heeft volgens Miltenburg te maken doordat er zoveel verschillende situaties zich afspelen in een korte periode. 'Het was me het jaartje wel. We gingen van een plotselinge lockdown, naar plotselinge versoepelingen en toen weer naar een nieuwe lockdown. Eind vorig jaar was men dan ook heel erg somber. Het gevoel van saamhorigheid was verdampt. Dit voorjaar was er dan weer wat hoop op verbetering door de vaccinaties.'
Toeslagenaffaire en formatie
Ook de verkiezingen en de hectiek daaromheen spelen een rol. 'Tegelijkertijd waren er ook nog verkiezingen en een hele rommelige formatie. Door dit onrustige vaarwater krijg je zulke schommelingen', legt Miltenburg uit. De saamhorigheid en positiviteit van vorig jaar wordt door haar geduid als een soort 'rally around the flag'. 'Dat zag je in het begin. Toen zag men leiderschap en daadkracht. Tweederde gaf de politiek toen een voldoende, nu is dat nog maar minder dan de helft. We zijn daarmee weer terug op het niveau van voor de crisis.' Vooral de politieke nasleep van de toeslagenaffaire en het 'gerommel in de formatie' zijn volgens Miltenburg als oorzaken genoemd voor de daling in het vertrouwen in de politiek.