
De nieuwe wet gaat halverwege dit jaar in. Het is de bedoeling dat hiermee de regels voor ruimtelijke ontwikkeling worden vereenvoudigd en samengevoegd, zodat het bijvoorbeeld makkelijker wordt om bouwprojecten te starten. De wet wordt gepresenteerd als grote stap naar het meer en beter betrekken van burgers bij besluitvorming.
Vrijblijvend
Maar dat is onterecht, zeggen deskundigen op het gebied van burgerparticipatie en de Omgevingswet. 'Het onderdeel participatie in de Omgevingswet is erg vrijblijvend', zegt Michiel Stapper, universitair docent aan de Tilburg University.
De wet wordt volgens de experts nu verkocht als middel dat de burgerparticipatie makkelijker gaat maken. 'Maar als je in de wettekst zelf kijkt, dan staat het woord 'participatie' er maar drie keer in', aldus Stapper.
Volgens Saskia Bisschops, promovendus aan de Open Universiteit, wekt de Omgevingswet de verwachting dat iedereen straks meer te vertellen krijgt en er veel nieuwe mogelijkheden worden gecreëerd om burgers mee te laten beslissen. 'Maar de feitelijke wettelijke borging, is zeer beperkt.'
Grote zorgen
De Omgevingswet kan zelfs zorgen voor een verslechtering van de participatie. De experts zien een aantal grote risico’s in de wet, waarvan de beperkte wettelijke borging het grootste risico vormt.
'De Omgevingswet verplicht niet om aan participatie te doen, maar alleen om duidelijk te maken óf je het hebt gedaan, en wat daarvan de resultaten zijn', zegt Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector aan de Universiteit voor Humanistiek Utrecht. 'Je kan altijd zeggen: we hielden een informatieavond en daar kwam niemand. Participatie wordt zo minder afdwingbaar.'
'Participatie wordt straks maar bij één ding verplicht, en dat is bij grote infrastructuurprojecten', voegt Stapper toe. 'Voor de rest staat er alleen maar in dat er overleg moet zijn met ‘derden'. Wie die 'derden' zijn, wordt ook niet gedefinieerd.' Bovendien wordt in de wet nergens omschreven hoe succesvolle participatie eruit moet zien. Kwaliteitseisen worden niet gesteld.
Decentralisatie
Het Rijk legt de verantwoordelijkheid voor het betrekken van burgers bij de gemeenten. Die moeten zelf een Omgevingsvisie maken, met daarin regels over participatie . Ook hier bestaan zorgen over. 'Kleinere gemeenten kunnen dit er gewoon niet bij hebben', zegt Evelien Tonkens. 'Die hebben daar ook niet de expertise en de capaciteit voor.'
Tonkens vreest dat sommige gemeenten hierdoor amper wat zullen regelen, wat tot gevolg kan hebben dat burgers in de ene gemeente meer te vertellen hebben dan in de andere.
Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid voor de uitvoer van participatietrajecten straks voornamelijk in handen van bouwers en ontwikkelaars gelegd. 'Ontwikkelaars hebben in de eerste plaats een eigen belang: geld verdienen. Dat kán samengaan met belangen van burgers, maar dat is niet vanzelfsprekend’, zegt Thijs van Mierlo, directeur van bewonersvereniging LSA.
Ratjetoe aan regelgeving
Maar ook aan de kant van de bouwers is er kritiek op de uitwerking van participatie in de nieuwe wet. Het gaat ze vooral om de ratjetoe aan regelgeving die straks zal bestaan. Dat regels lokaal verschillen, vormt een obstakel voor bedrijven die in meerdere gemeenten opereren.
Hierdoor moeten bedrijven telkens per gemeente de regels en voorschriften doorspitten, om op basis daarvan steeds een nieuw participatietraject te ontwerpen. Dit kost veel tijd. Volgens Martijn Verwoerd van Bouwend Nederland helpt het als er regels komen die voor alle gemeenten gelden.
De kritiek dat bouwers economische belangen voorop stellen, wuift hij weg: 'Projectontwikkelaars kunnen zich hiermee onderscheiden en met goede participatie reclame maken richting de gemeente.' Het zou er voor kunnen zorgen dat mensen minder snel geneigd zijn om tegen bedrijven te procederen, wat misschien voor tijdswinst zorgt, denkt Verwoerd.
Terug naar de tekentafel
Sommige experts pleiten ervoor om de wet opnieuw uit te stellen: 'Los van de pragmatische aspecten en juridische grondslag, zou ik zeggen dat de wet in deze vorm, vanuit het oogpunt van burgerparticipatie, niet afdoende is', zegt hoogleraar Evelien Tonkens.
Michiel Stapper is niet direct voor uitstel van de wet, maar vindt wel dat een en ander aangepast moet worden. Zo vindt hij dat betere richtlijnen moeten worden opgesteld, die aangeven hoe gedegen participatie eruit moet zien.
Ook zou het Rijk in zijn ogen betere wettelijke kaders moeten maken, waarmee participatie echt wordt afgedwongen. 'Participatie is meer dan dat je een avondje organiseert, drie mensen komen opdagen, en dat is het. Ik denk dat het Rijk echt wel ruimte heeft om betere regels op te stellen en daarin meer regie te nemen.'
Vooruitgang
Ondanks de kritiek denkt het ministerie van Binnenlandse Zaken dat de wet een verbetering is voor burgerparticipatie: 'Elk project en elk plan is anders. En voor elk project of elk plan moet dus steeds gekeken worden welke vorm van participatie het beste werkt. Overheden worden daarbij geholpen. Zo zijn er allerlei hulpmiddelen beschikbaar, variërend van een inspiratiegids tot webcolleges en webinars. Verschillende gemeenten delen ook hun best practices op het gebied van participatie.'
Het ministerie schrijft verder dat uitvoering van de wet - waarvan de participatieverplichting onderdeel is - vijf jaar lang systematisch wordt gemonitord.