‘Gedupeerde ouders en kinderen hebben heel hard steun nodig. Niet zozeer om hun verhaal te vertellen, dat hebben ze namelijk al zo vaak gedaan, maar om te kijken hoe ouders weer contact kunnen krijgen met hun kind, hoe ze herenigd kunnen worden en hoe problemen opgelost kunnen worden. Maar het steunpunt dat nu wordt opgericht heeft weinig doorzettingsmacht, of eigenlijk helemaal geen doorzettingsmacht om dit soort problemen echt op te gaan lossen', stelt Kamerlid Pieter Omtzigt.

Omtzigt wil dan ook zo snel mogelijk, binnen een paar weken, een debat over hoe we met deze kinderen omgaan. 'In het afgelopen half jaar hebben ze niets gedaan om te onderzoeken hoe die groep eruitziet. Een half jaar geleden hoorden we dat het zou gaan om 1115 kinderen. Dat waren gedwongen uithuisplaatsingen. Maar er zijn ook zogenaamde vrijwillige uithuisplaatsingen. Bovendien is de groep gedupeerden groter geworden en zijn alleen de mensen na 2015 in beeld gebracht, terwijl ook voor 2015 veel kinderen uit huis zijn geplaatst. Waar zijn die kinderen nu? Dat willen we graag weten. Maar volgens mij heeft nog niemand in het afgelopen half jaar gewerkt aan een overzicht van die kinderen. Hoe zit het en wie zijn het? Dat hoeven ze niet met mij te delen, maar ze hebben het zelf ook niet in beeld. Men heeft een half jaar niks gedaan.’
Lees ook | Ex-partners wachten nog altijd op regeling toeslagenaffaire
'Niet onafhankelijk'
'Er komt een steunpunt, maar dat kan dus weinig oplossen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan door twee inspecties, de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Zij zijn systeemverantwoordelijk en moeten het normaal gesproken zien wanneer er een probleem in het systeem zit. Maar ze hebben het zelf niet gezien bij de toeslagenaffaire. En nu mogen ze zelf gaan onderzoeken waarom ze een bepaald probleem niet hebben gezien. Dat is niet onafhankelijk', aldus Omtzigt.
Lees ook | Omtzigt: Jarenlang te laks geweest tegenover Poetin