
Van Mulligen duidt dat het vooral om het leeftijdscohort tussen de 18 en 25 jaar gaat. Logisch, redeneert hij, dat zijn de mensen met lagere inkomens en minder financiële zekerheid. Net als alleenstaande ouders of mensen met een huurwoning is deze groep kwetsbaarder voor stijgende prijzen.
‘Over het algemeen hebben jongeren de laagste inkomens’
De zorgen van nu zijn van een andere aard dan die in 2013, het dieptepunt van de eurocrisis, zegt Van Mulligen. Toen vroegen Nederlanders zich vooral af of ze wel een baan konden vinden, of dat ze die konden behouden. 'De werkloosheid had toen ook een recordhoogte bereikt, vooral op de arbeidsmarkt ging het heel slecht.'
Afgelopen jaar gebeurde precies het tegenovergestelde: toen was de arbeidsmarkt bijzonder krap en waren de energieprijzen de voornaamste boosdoener. Volgens Van Mulligen bereikte het consumentenvertrouwen vorig jaar een 'absoluut laagterecord'.
Lees ook | Voedselprijzen stijgen, terwijl grondstofprijzen dalen
Spaargeld
Met name in het najaar gaven veel mensen die deelnamen aan de CBS-enquête aan gewoon geld te kort te komen en spaargeld te moeten aanspreken. In dat lage vertrouwen lijkt een kleine kentering te komen. 'We zien in de eerste maanden van dit jaar dat die groep weer wat kleiner is. Ook het consumentenvertrouwen krabbelt weer voorzichtig op.'
Laat onverlet dat de prijzen van boodschappen nog steeds ongekend hoog zijn, zegt Van Mulligen. De zorgen zijn dan wellicht minder groot dan in 2022, weg zijn ze allesbehalve.