
Laten we eerst eens kijken hoe we ervoor staan. 'Binnen het huidige innovatiebeleid is met een kaasschaaf bezuinigd', meent Sander Wolfensberger van SUBtracers. Hij deed onderzoek naar de innovatiekracht binnen de verkiezingsprogramma's. 'Er zijn geen duidelijke keuzes gemaakt. Er zijn negen topsectoren, dat zouden er minder moeten zijn. Daar zitten dan ook nog eens met name de grote bedrijven met een sterk lobby-orgaan achter. Het MKB valt daar buiten, terwijl 60 procent van de toegevoegde waarde van de Nederlandse economie en 70 procent van de werkgelegenheid uit het MKB komt.'
Open grenzen
Ook volgens professor Han Gerrits van de Vrije Universiteit, mogen er de komende vier jaar wel wat dingen veranderen. 'Open grenzen zijn heel belangrijk', zegt Gerrits. 'Zorgen dat we de juiste talenten binnen kunnen halen. Er is een groot tekort aan IT-talent. En we moeten zorgen voor één grote Europese markt. Waarom zijn Amerikaanse start-ups sneller en groter dan Nederlandse start-ups? Omdat wij een afzetmarkt hebben van 15 miljoen mensen en Amerika er eentje heeft van 250 miljoen.'
Natuurlijk staan die open grenzen op gespannen voet met terrorismedreiging en zijn er aardig wat spanningen binnen Europa die eenheid in de weg kunnen staan. Volgens Gerrits moeten we het dan ook niet top-down benaderen. 'Wat we wel kunnen doen is van onderop zorgen dat er meer egalisatie in regelingen en belastingsystemen komt. Nu kost het heel veel moeite en geld om naar het buitenland te exporteren.'
Lange termijn visie
Volgens Gerrits is het daarnaast belangrijk te investeren in thema's waar je op lange termijn iets aan hebt. 'Ik denk dat dit bijvoorbeeld zit in onderwijs en thema's die maatschappelijk relevant zijn: de energietransitie, zorg, de circulaire economie. Dat zijn ook de gebieden waar de markt waarschijnlijk niet zelf in zal stappen, maar waar we dus met beleid voor moeten zorgen.'
Verkiezingen
Uit het onderzoek dat Wolfensberger met SUBtracers heeft uitgevoerd, kwamen zowel voor de hand liggende resultaten, als verrassende. 'De PVV is de enige partij die zegt: er gaat geen geld meer naar innovatie', zegt Wolfensberger. 'Dat zou wat mij betreft economische zelfmoord zijn. D66 en VVD scoren, niet heel verrassend, juist hoog. Wel verrassend is dat de ChristenUnie het heel goed doet. Die hebben in hun programma specifiek aandacht voor het MKB. GroenLinks kwam uit dit onderzoek dan weer heel slecht.'
Natuurlijk zijn er meerdere partijen nodig. Dus wat zou het ideale kabinet zijn als het aankomt op het versterken van innovatiekracht? Gerrits: 'In ieder geval de VVD en D66. En ik denk dat maatschappelijke thema's heel belangrijk zijn, dus een linkse partij zal ook nodig zijn.' Wolfensberger sluit zich daar grotendeels bij aan: 'Inderdaad D66 vanwege het onderwijs, dan toch maar de ChristenUnie en dan nog een linkse partij erbij voor de duurzaamheid.'