De Hoge Raad heeft dinsdag besloten dat de zaak van de zogeheten 'Zes van Breda' herzien moet worden. In het dossier ontbrak een ontlastende verklaring, meldt verslaggever Jeroen Stans.
De veroordeelden hebben hun straf al uitgezeten. De mannen kregen 10 jaar cel opgelegd en kwamen kort voor de eeuwwisseling vrij. De vrouwen werden schuldig bevonden aan medeplichtigheid.
Rechterlijke dwaling
De herziening was gevorderd door de procureur-generaal, de adviseur van de Hoge Raad. Nieuw onderzoek heeft uitgewezen dat er vermoedelijk sprake is van een rechterlijke dwaling. "Er waren twee getuigen die uren in een bushokje hebben gezeten vlakbij het restaurant waar de vrouw om het leven is gebracht", meldt Jeroen Stans. "Die hebben tegenover de politie verklaard dat ze al die tijd niets hebben gezien, die verklaring heeft de politie opgenomen."
Deze verklaring zat wel in het politiedossier, maar niet in het dossier dat uiteindelijk ter zitting kwam. "De rechters hadden die informatie nooit gehad. Als de rechters deze informatie wel hadden gehad was het heel aannemelijk dat er tot een ander oordeel was gekomen. Dat alleen al is voor de Hoge Raad genoeg reden om de zaak terug te brengen."
"Het gaat naar het gerechtshof, maar dan hoeft het meestal niet zo lang te duren omdat het ontlastend bewijs zo groot is. Er wordt gesproken van de grootste gerechtelijke dwaling in de Nederlandse geschiedenis: zes mensen die hoogstwaarschijnlijk ten onrechte zijn veroordeeld."