Wie de discussie over duurzaamheid volgt, hoort bijna alleen financiële argumenten. Het zou duur zijn. Omwonenden van windmolens zouden recht hebben op geld als compensatie. Kolenstroom is goedkoper dan die uit gas. En windmolens draaien niet op wind, maar op subsidie, toch?
Maar dat geld is veel minder belangrijk dan gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van Danny Taufik, die net is gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat geld wordt er achteraf bijgehaald, om keuzes die we in het onderbewuste hebben gemaakt, te rationaliseren.
In werkelijkheid kiezen we vooral voor duurzaam omdat dat een goed gevoel geeft, zegt Taufik. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk wanneer we flessen naar de glasbak brengen. Dat kost moeite, het levert geen cent op, maar we doen het massaal. Wat het ons geeft is niet meer dan een goed gevoel.