
Mensen met een Tourette blijken van een bepaald soort neuronen, op een specifieke plek in de hersenen, flink minder te hebben dan de rest van de bevolking. Dat is bekend. Maar wat zegt dat? Is dat de oorzaak? Is het een gevolg van de behandeling? Is het toeval?
Deze week publiceert Christopher Pittenger, onderzoeker aan de Yale universiteit, zijn resultaat van onderzoek met muizen in het wetenschapsblad PNAS. Vijf jaar lang probeerde hij die zelfde afwijking in de hersentjes van de muizen na te maken. Dat lukt nu en de muizen hebben last van tics. Maar ze hebben niet Gilles de la Tourette. Toch is dat een belangrijke stap in het begrijpen van dat syndroom.