
Sinds de jaren 90 waren er altijd wel een stuk of 8 Tweede Kamerleden van allochtone afkomst. Maar met 8 op 150 waren dat er minder dan het aandeel allochtonen in het land.
De Kamerleden die de Kamer wisten te bereiken, blijken voor het overgrote deel vrouwen te zijn. Dat gaat om 80 procent, zegt Liza Mügge van de Universiteit van Amsterdam, die vandaag haar onderzoek bij Parliamentary Affairs publiceert. De vraag is waarom vrouwen in die groep -tegen de stroom in- zo succesvol waren.
Voor de periode tot 2010 vindt Mügge de verklaring bij de vrouwennetwerken die vooral bij de linkse partijen succesvol bleken in het naar voren schuiven van nieuwe talenten. Ook het CDA had zo'n netwerk, maar dat was niet zo succesvol.
Na de verkiezingen in 2010 verandert het beeld. Vanaf dan zijn er steeds 10-15 allochtone Kamerleden. Dat is bijzonder, want dat is ook ongeveer het aandeel in de samenleving. Dat zie je in vrijwel geen enkel land.
Er verandert nog iets anders. Niet langer is de verhouding vrouw/man 80/20 maar ontstaat er een evenwicht.