'Meer 'Haagse druk' nodig om woningtekort aan te pakken'
De komende jaren moeten er honderdduizenden huizen worden gebouwd om de woningcrisis aan te pakken. Woningcorporaties ondervinden echter veel weerstand als ze een bouwproject willen starten. Dat zegt Henk Peter Kip, directievoorzitter van Mitros, de grootste woningcorporatie in de steden Utrecht en Nieuwegein donderdag in het BNR Zakendoen. 'De centrale overheid moet hierin haar rol pakken.'
'Er is een breed maatschappelijk besef dat er iets op die woningmarkt moet gebeuren. De wil om er iets te doen is er, ook bij het kabinet', vertelt Kip. 'Maar het is buitengewoon weerspannig dat je eerst door allerlei weerstand heen moet breken om op de woningmarkt iets voor elkaar te krijgen.'
Het grootste probleem zit 'm volgens Kip in het het aanwijzen van plekken waar huizen gebouwd kunnen worden. 'Feit is dat er op dit moment er op z'n minst een paar honderdduizend woningen te weinig zijn. Dus moet je aan de slag. Maar veel gemeenten zeggen: uitbreiden is prima, maar niet bij ons. En zo lang er niet genoeg plekken worden aangewezen om te kunnen bouwen, stokt alles.'
Luister ook | 'Door woningtekort stagneert de doorstroming van ouderen'
Bouwproces duurt zeven jaar
Als een woningcorporatie een bouwlocatie toegewezen heeft gekregen, duurt het daarna nog gemiddeld zeven jaar voordat er huizen staan. 'Het bouwen is in minder dan een jaar gepiept, maar het praten daarover neemt ruimt zes jaar in beslag', zegt Kip. Hij doelt dan onder meer op het rond krijgen van vergunningen, inspraakprocedures, milieurapportages en archeologische onderzoeken. 'Je hebt nog niet een schop in de grond gezet of je vindt ergens een potscherf uit de Romeinse tijd en dan heb je vertraging aan je broek.'
De directievoorzitter is zich ervan bewust dat die jarenlange looptijd van een bouwproject niet zomaar kan worden ingekort. 'Dat die projecten zo lang duren, moeten we min of meer accepteren. Dat zit in ons land verweven. Maar het is natuurlijk wel zo: als je meerdere projecten tegelijkertijd start, komen er uiteindelijk ook meer woningen uit de pijplijn. De truc is dus niet het verkorten van de pijplijn, maar gewoon meer pijplijnen aanleggen.'
Luister ook | Stijgend woningtekort: 'Maak samenwonen en onderverhuren aantrekkelijker'
Verhuurderheffing
Met de afschaffing van de verhuurderheffing in 2023 krijgen de corporaties de komende jaren zelf meer financiële slagkracht om woningen te bouwen. Woningcorporaties moeten jaarlijks ongeveer een half procent betalen van de waarde van hun woningen onder de huurtoeslaggrens. Dat komt momenteel neer op zo'n twee miljard euro. De verhuurderheffing werd in 2013 ingevoerd om de rijksbegroting op orde te krijgen.
'Op het moment dat er gebouwd had moeten worden, zijn de lasten voor corporaties verhoogd met twee miljard per jaar. Dat had als gevolg dat het jaarlijkse aantal woningen dat de corporaties bouwden halveerde van dertigduizend naar vijftienduizend.'
Prestatieafspraken
Die verhuurderheffing gaat in 2023 definitief prullenbak in. Daar staat tegenover dat woningcorporaties prestatieafspraken moeten maken met de minister over hoeveel woningen ze de komende jaren gaan bouwen. 'Maar die afspraken kunnen we alleen nakomen als we goed samen kunnen werken met lokale overheden. Dat kunnen we niet alleen: we hebben plekken nodig om te bouwen en medewerking van gemeenten nodig om procedures te doorlopen. Als de lokale overheden daarin tekortschieten, zouden we graag van de centrale overheid willen zien dat er wat 'Haagse druk' komt om het op te lossen.'
Luister ook | Huizen in januari ruim 21 procent duurder: sterkste toename in ruim 40 jaar