
Scheefhuurders verdienen te veel voor het sociale huurhuis waarin zij wonen, die bedoeld zijn voor mensen met een lager inkomen. Toen de bewoners de sleutel van een sociale huurwoning kregen, voldeden zij wel aan de gestelde inkomenseisen. In de tussentijd zijn zij meer gaan verdienen, waardoor zij nu als scheefhuurder worden gezien.
In Noord-Brabant is de groep scheefhuurders relatief het grootst. In 2021 stond zo'n 9 procent van de bewoners van die provincie te boek als scheefhuurder. Gelderland volgt met 7 procent. De onderzoekers verzamelden ook cijfers over de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Binnen die groep vallen vooral Eindhoven, Breda en Zaanstad op met een bovengemiddeld aandeel scheefhuurders.
'Onterecht'
Volgens Marcel Trip van de Woonbond is het door de overheid opgeroepen beeld dat scheefhuurders voor een dubbeltje op de eerste rij zitten 'onterecht'. Volgens de woordvoerder zijn scheefhuurders vaak 'mensen die iets meer zijn gaan verdienen, en vervolgens net boven de lage inkomensgrens uitkomen'. Volgens de Woonbond is niet duidelijk vast te stellen waarom het percentage scheefhuurders de afgelopen jaren is gedaald.
Extra huurverhoging
Vanaf 1 juli dit jaar krijgen scheefwoners te maken met een extra huurverhoging. Mensen die in hun eentje in een sociaal huurhuis wonen en in 2020 meer dan 47.948 euro verdienden, moeten maandelijks 50 euro meer huur betalen. Wie meer verdient dan 56.527 euro betaalt 100 euro extra. Voor gezinnen gelden hogere inkomensgrenzen. Vorig jaar werden de huurprijzen in de sociale sector, in verband met de coronacrisis, niet verhoogd.
Lees ook | Forse huurverhogingen voor scheefwoners in aantocht