Volgens emeritus hoogleraar economie Casper van Wijk van de Universiteit van Amsterdam is de groep die veel overwaarde heeft, groter dan aanvankelijk gedacht. 'We dachten vaak: dat zijn met name de ouderen, maar ook groepen daaronder hebben aanzienlijke overwaarde. Dat is te danken aan de gestegen huizenprijzen, en aan het feit dat mensen minder zijn gaan lenen.'
Lees ook | 'Beleggers moeten meer investeren in woningmarkt'
Reserves en verduurzaming
Van Wijk noemt twee doelen waarvoor het omzetten van overwaarde kan worden ingezet. 'Dat zou kunnen om de reserves van huishoudens wat aan te sterken. En ook voor de verduurzaming van woningen, waarvan we tot nu toe zien dat die moeizaam tot stand komt.'

Huidige wet- en regelgeving bemoeilijkt op dit moment het realiseren van deze doeleinden. 'Het is nu best lastig om de overwaarde aan te spreken. Wat je kunt doen is een hypotheek extra nemen, maar dat is omslachtig. Dan moet je namelijk opnieuw getoetst worden. Het beleid van De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank is erop gericht dat af te remmen, omdat mensen dan grote risico's lopen.'
Lees ook | Onderzoekers verwachten flinke afname woningbouw
Participatiehypotheek
Samen met enkele andere economen denkt Van Wijk daar nu de oplossing voor gevonden te hebben: een zogeheten participatiehypotheek. De emeritus hoogleraar legt uit: 'De waarde van de hypotheek bepaalt het bedrag dat je moet aflossen. Het is een omkeerhypotheek, dus de lasten worden doorgeschoven naar het einde van de lening. In die zin geeft het extra financiële ruimte gedurende de looptijd.'
De participatiehypotheek neemt volgens Van Wijk een groot deel van het risico weg. 'Het bijzondere is dat het bedrag dat je moet terugbetalen gekoppeld is aan de waardeontwikkeling op de woningmarkt. Als de woningmarkt stijgt, betaal je wat meer terug. Als die daalt, hoef je minder te betalen. Dus de kans dat je onder water komt te staan is hierdoor een stuk kleiner.'