CDA wil onderste steen boven over naheffing
De regering moet zo snel mogelijk naar buiten komen met officiële stukken over de naheffing van de Europese Commissie. Voor CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is er te veel onduidelijk over het standpunt van de regering en de rol van premier Rutte in het geheel.
Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën heeft de Brusselse naheffing van 642 miljoen euro gewoon betaald, zonder protest. Dat blijkt uit ambtelijke stukken die De Telegraaf boven tafel kreeg via de Wet Openbaarheid Bestuur. En dat terwijl Dijsselbloem eerst verontwaardigd reageerde op de naheffing. CDA Tweede-Kamerlid Pieter Omtzigt, die al zeven maanden om opheldering vraagt, wil de onderste steen boven.
Stukken
"Het is heel slordig dat wij hier heel vaak om de stukken gevraagd hebben en dat de Tweede Kamer die niet kreeg. De andere partij achtte ze niet nodig, maar stemde wel in. Dat men verbaasd en in paniek was, was wel duidelijk in de stukken. Maar wat ook duidelijk is, is dat daar geen actie op is ondernomen: de mogelijkheden om het juridisch aan te vechten zijn nauwelijks ondernomen."
Onderlinge mails hebben vooral betrekking op de woordvoering naar buiten, zegt Omtzigt, maar intern wordt weinig concreets ondernomen. "We krijgen nu alleen de documenten van binnen het departement, maar de echt belangrijke documenten zijn voor het CDA de brieven die gewisseld zijn tussen de Europese commissie en de Nederlandse regering; daarin staat het officiële standpunt van de Nederlandse regering, en dat is wel wat belangrijker dan een mailtje tussen twee ambtenaren waar een en ander nog eens wordt uitgelegd."
Rutte
Wat Omtzigt vooral dwars zit is het feit dat Dijsselbloem op 24 oktober nog de vermoorde onschuld speelde, terwijl hij een week eerder al officieel op de hoogte zou zijn gebracht. Ook de rol van premier Rutte blijft onduidelijk zolang de officiële stukken achter worden gehouden. "Die stukken - dat weten we van de Europese Commissie - zijn ook naar het ministerie van Algemene Zaken gegaan en die moet de regering wat ons betreft zo snel mogelijk openbaar maken."