
In een tijd waarin robotisering verschillende taken overbodig dreigt te maken, kun je mensen met een participatie-inkomen nieuwe zekerheden bieden, terwijl je UWV en sociale diensten overbodig maakt, zegt Van Ginkel. 'Je kunt het door de Sociale Verzekeringsbank laten afhandelen. Het zou de politiek sieren als ze dat durven op te pakken. Nu houden we een enorme uitkeringsfabriek in stand en dit zou een hele andere manier van kijken zijn naar dit probleem. Je moet gewoon kijken naar ander werk en andere mogelijkheden.'
50 procent minder werken voor 10 procent minder geld
Een andere optie om met flexibiliteit toekomstige onzekerheden op de arbeidsmarkt te tackelen is - het klinkt als iets twintigste-eeuws - arbeidstijdverkorting. En dat zonder dat je ook meteen 50 procent van je inkomen hoeft op te geven, rekent Tim Burggraaf, partner bij Korn Ferry. 'Onder de huidige wetgeving is het al mogelijk om met mensen af te spreken dat ze bijvoorbeeld 50 procent gaan werken, vanaf vijf jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd. 'De werkgever is dan bereid om er 20 procent brutoloon bovenop te leggen - dan kom je op 70 procent .
De werknémer kan een stuk van zijn pensioen naar voren halen, waardoor hij op 90 procent van zijn inkomen uitkomt. Zo gaat hij 10 procent minder verdienen voor 50 procent minder werken, áls je je dat kunt permitteren, zegt Burggraaf. 'Dan gaat je pensioen omlaag, maar over die 50 = 20 procent bouw je nog wel pensioen op. Per saldo loopt dat redelijk tegen elkaar weg; die werkgever heeft wél die 20 procent meer kosten, maar daar staat tegenover dat in veel gevallen die andere 50 procent gedaan wordt door een jonger iemand, die dus minder geld kost.'
Lees ook: : De baas die zich met je kroket bemoeit