Groene stroom wil nog niet vlotten bij B2B-bedrijven
Bedrijven die rechtstreeks zaken doen met de consument lopen voor in de omslag naar groene stroom. Voor B2B-bedrijven is het vaak een stuk complexer om de omslag te maken, al zijn de ambities er wel degelijk, zegt Hans Grünefeld van VEMW.
De omslag in het B2B gaat minder snel, onder meer omdat het vaak om energie-intensieve bedrijven gaat, die van meerdere energievormen afhankelijk zijn. Alleen overstappen op groene stroom heeft dan niet zo veel zin. Technologisch kan het tegenwoordig wel, elfs ijzererts smelten kan op stroom. Maar omschakelen vergt grote investeringen en ingrijpen in het hele bedrijfsproces. 'Vandaar dat die partijen er meer moeite mee hebben en slimmer die markt moeten betreden om uiteindelijk hun energieverbruik te kunnen verduurzamen.'
Sneller verduurzamen
Grünefeld maakt zich zorgen over de Europese regelgeving die het juist die bedrijven makkelijker moet maken om sneller te verduurzamen. 'Een deel van de groene energie komt uit het buitenland. We maken deel uit van Europa. Daar is niks mis mee, maar de Europese Commissie dreigt daar een stokje voor te steken door het certificatensysteem dat in in Nederland gebruikt wordt om te bewijzen dat stroom uit groene of duurzame bronnen afkomstig is, dreigt te worden afgeschaft. Dus we moeten nog wel even naar Brussel om uit te leggen dat dat niet mag.'
Bedrijfsproces aanpassen
Toch vinden ook B2B-bedrijven, zoals AkzoNobel, het volgens Grünefeld belangrijk om hun carbon footprint te verkleinen en dus te zoeken naar mogelijkheden om te verduurzamen. Een bedrijf als Tata Steel zit bovendien in een positie die het erg moeilijk maakt om alleen het stroomverbruik te vergroenen. 'Tata produceert hoogovengas en daarvan wordt elektriciteit gemaakt om in zijn stroomverbruik te voorzien. Dat betekent dat je in je hele bedrijfsproces moet ingrijpen, waardoor het langer duurt. Maar Tata is zeer innovatieve technologie aan het testen, in het HIsarna-project.'