
Provincies worstelen met de kritiek van bewoners: die klagen over stankoverlast, zijn bang voor gezondheidsproblemen vanwege fijnstof en twijfelen aan de duurzaamheid van biomassa. Een aantal provincies neemt daarom serieuze maatregelen.
Bouwverbod
Gelderland wil de komst van nieuwe biomassacentrales tegengaan door geen nieuwe vergunningen meer af te geven. 'Biomassa kan een bijdrage leveren aan onze duurzaamheidsdoelen, maar we moeten niet doorslaan. Langzamerhand bereiken we de grens, dus daar moet een rem op', zegt Jan van der Meer, gedeputeerde Klimaat, Milieu & Energie in Gelderland.
Van der Meer wil tegelijkertijd voorkomen dat bedrijven houtpellets uit verre oorden importeren om te verstoken. Hoe hij de komst van nieuwe centrales wil tegengaan, weet hij nog niet. 'Op dit moment kunnen we geen centrales weigeren die voldoen aan wet- en regelgeving.' Daarom denkt hij erover om het verbod te regelen in een omgevingsverordening.
Ook in Limburg is een motie aangenomen die zich uitspreekt over biomassacentrales. Daarin staat dat het verstoken van hout onacceptabel is als bomen daarvoor speciaal zijn gekapt. 'Dat kan leiden tot grootschalige kap van bossen, wat bijdraagt aan verder verlies van biodiversiteit.'
Subsidiestop
In Groningen is een motie aangenomen voor een subsidiestop. Daar wordt door de provincie geen subsidie meer gegeven voor de bouw van dit soort centrales.'Uit onderzoek blijkt dat de inzet van biomassa niet leidt tot CO2-reductie, de uitstoot is soms zelfs hoger', zegt SP-Statenlid Jan Hein Mastenbroek in Groningen. 'Zonder subsidie is het niet rendabel om biomassacentrales te bouwen. Het is goedkoper om briefjes van vijftig euro te verbranden.' Wel zal de maatregel 'een druppel op de gloeide plaat' zijn, erkent Mastenbroek. Dat komt doordat het Rijk het grootste deel van de subsidies verstrekt.
Ook in de Metropoolregio Amsterdam, waar onder meer Noord-Holland en Flevoland samenwerken, zijn zorgen over deze subsidies. Gedeputeerden en wethouders zijn bang dat de overvloed aan subsidie ertoe leidt dat de investeringen in andere noodzakelijke technieken stokt.