Lang leve de korte voedselketen!
Het eten op ons bord heeft vaak al een lange reis achter de rug. Het moet voorbij zijn met die lange ketens, willen we de boeren in ons land een eerlijker loon bieden én een impuls geven aan kringlooplandbouw, betoogt hoogleraar economie Barbara Baarsma.
Luister ook | 'Kennis kan kloof tussen boer en burger dichten'
Baarsma - tevens bestuursvoorzitter van Rabobank Amsterdam - schreef het essay 'Nederland Voedselparadijs'. In 2018 was Baarsma op bezoek bij boeren in Brazilië. Eén van hen was een sojaboer. Toen Baarsma vertelde dat ze uit Amsterdam kwam, verzuchtte de sojaboer: 'Dan kom je uit een voedselparadijs.' Volgens de man is Nederland een land met heel veel vers voedsel, terwijl Brazilië en grote delen van de VS investeren in monocultuur. Dat betekent dat voedsel heel ver moet reizen. Vaak is zwaarbewerkt voedsel of fastfood daar het enige wat voor de gewone man nog een beetje te betalen is.
Verduurzaming landbouw
Wij kúnnen van dichterbij eten, waardoor die 30.000 kilometer die de gemiddelde maaltijd heeft gereisd voor we er een hap van nemen, gehalveerd kan worden. Baarsma: 'Daarmee zetten we een verduurzaming van de landbouw aan en dat is waar het uiteindelijk om gaat'. Die lange, op de export gerichte, voedselketen heeft volgens Baarsma trouwens wel degelijk bestaansrecht, alleen moeten de verhoudingen veranderen. Nu is het zo dat we ongeveer 5 procent eten uit een korte keten produceren in die korte keten. Wat Baarsma betreft gaat dat de komende jaren naar 25 procent.
Voordelig voor boeren
Bijkomend voordeel is dat boeren op die manier een extra verdienvermogen kunnen krijgen. In de korte keten kunnen boeren volgens Baarsma de producten waarin ze hebben geïnvesteerd in duurzaamheid veel herkenbaarder presenteren aan consumenten. Uit onderzoek blijkt dat die laatsten dan bereid zijn daar extra voor te betalen.