
CBS-deskundige Cor Pierik spreekt van 'goed nieuws', maar hij wijst er ook op dat de limiet van Brussel komende jaren verder omlaag zal gaan. 'Dit zegt ook niets over de uitstoot rond Natura 2000-gebieden.'
Lees ook | Boeren moeten toch eerder aan mestregels voldoen
In 2022 was alle mest van koeien, varkens, kippen en ander vee goed voor 465 miljoen kilo stikstof. Dat is 1,2 procent minder dan een jaar eerder toen de zogeheten stikstofuitscheiding ook al onder het nieuwe productieplafond uitkwam dat de Europese Commissie eind september vorig jaar vaststelde. De stikstofuitscheiding gaat al een paar jaar omlaag. Pierik wijst erop dat de uitstoot komende jaren niettemin nog verder omlaag zal moeten omdat de limiet telkens lager zal komen te liggen.
Stikstofbeleid breder dan plafond
Het stikstofbeleid waarmee boeren te maken hebben is breder dan dit plafond alleen. De recente boerenprotesten in Nederland zijn onder meer gericht op de stikstofregels rond beschermde Natura 2000-gebieden en de manier waarop omgegaan wordt met boeren die vanwege de ligging van hun bedrijf te veel stikstof uitstoten.
Lees ook | 'Agrarische sector moet stikstofuitstoot met 41 procent reduceren'
De daling van de stikstofuitstoot via mest is volgens het CBS onder meer te danken aan een afname van het aantal dieren. Ook speelt mee dat er in het gras dat bijvoorbeeld koeien eten vorig jaar relatief minder stikstof zat, legt Pierik uit. 'En als ze minder stikstof binnenkrijgen gaat er ook minder stikstof uit.' Deze afname heeft te maken met de weersomstandigheden waardoor het gras van andere kwaliteit was.
De Nederlandse veestapel produceerde wel evenveel fosfaat als een jaar eerder, al bleef ook deze uitstoot onder het nieuwe plafond van Brussel. Ook hier speelt het weer een rol. Daardoor was het fosforgehalte van het gebruikte gras juist hoger, waardoor er bij melkveehouders juist een lichte toename van de fosfaatproductie was te zien.
Lees ook | Minister: 'Stikstofcrisis maakt Nederland minder aantrekkelijk voor bedrijven'