
Het is vrijdag precies twee jaar geleden dat de EU de eerste sancties afkondigde tegen Rusland. De Russen volgden een week later met sancties tegen boeren en tuinders uit Europa. De uitvoering van die sancties wordt twee jaar na dato steeds strenger.
Volgens Bert de Haan, voorzitter van de NFO, kosten de sancties de sector 100 miljoen euro. De fruittelers hebben geen vervangende markt en hebben merkbaar last van de boycot, omdat het nog onvoldoende lukt om te schakelen naar nieuwe markten.
MH17-ramp werkt niet mee
De onrust rondom de MH17-ramp helpt niet mee om de sancties eventueel te verlichten. Dat vertelt Steffen Smeenk, Rusland adviseur van Larive International: ‘In Rusland is het beeld over Nederland niet bepaald positief. Dat komt doordat de zaak rondom de vliegramp maar voort blijft slepen en er geen duidelijkheid is’.
Jeroen Ketting van Lighthouse, een zakelijke dienstverlener voor Westerse bedrijven in Rusland, zag veel bedrijven een klap maken na de invoering van de sancties. ‘De Nederlandse export naar Rusland is met vijftig procent gedaald. Er worden al twee jaar geen zaken meer gedaan en inmiddels zijn bedrijven zich aan het aanpassen. Ze kijken niet meer naar de Russische markt voor de korte termijn, maar voor de langere termijn.’
Straffen op import uit Europese landen
De handhaving van de sancties gaat zelfs zo ver, dat Russische bedrijven straffen staan te wachten als ze importeren uit Europa. Toch denkt Smeenk dat met name de douane strenger is gaan controleren. ‘De douaneambtenaren moesten ook even wennen aan de nieuwe maatregelen. De controles moesten op gang komen. Toen was het mogelijk om via makkelijke omwegen die export door te laten lopen.’
Smeek verwacht dat de gemiste inkomsten als gevolg van de sancties rond de één miljard euro bedragen. Vooral de fruittelers hebben last van de sancties. ‘De overheid werkt totaal niet mee’, vertelt De Haan. ‘We hebben zelfs een brief aangeboden aan de staatssecretaris, maar die zegt dat hij niks aan de boycot kan doen. De overheid denkt totaal niet mee’, aldus De Haan.