
Onderzoek van het BPD, het voormalige Bouwfonds, dat eerder deze maand uitkwam laat zien dat 37 procent van het inkomen opgaat aan woonlasten. Bij huren ligt dat percentage zelfs op 41 procent. De toelaatbare grens van het Nibud ligt op 33 procent. Volgens het instituut is wonen op de vrije markt, of dat nu via koop of huur gaat, zo duur geworden dat middeninkomens het lastiger hebben dan mensen met een minimuminkomen.
Dat de economie aantrekt betekent niet dat het einde van de problemen in zicht is, aldus Nibud-directeur Wilmink. 'De inkomens gaan wel omhoog, maar de vaste lasten drukken ook steeds sterker op de portemonnee. Met name woonlasten en zorgkosten zijn sterk gestegen.'
Een van de mogelijke oplossingen voor het probleem is volgens Wilmink het oprekken van de inkomensgrens voor sociale huurwoningen. Wilmink: 'Voor een gezin met kinderen ligt dat nu op een bruto-inkomen van 30.000 euro. Om woonproblematiek aan te pakken kun je kijken of voor bepaalde gezinssamenstellingen die grens naar boven kan worden opgerekt.' Een andere optie zou het versneld afbouwen van de hypotheekaftrek kunnen zijn.