Volgens Gianotten is de branche dermate veranderd dat de hoeveelheid grote architectenbureaus van voor 2008 niet meer zal terugkeren. 'Er zullen wel een paar grote architectenbureaus blijven, maar je hebt nu meer kleine bureaus die samenwerken aan grote projecten.'
Het kantoor waarvoor hij zelf werkt, OMA, is in tegenstelling tot veel andere architectenbureaus minder hard geraakt door de crisis. Gianotten: 'Wij konden het werk makkelijker spreiden omdat we internationaal opereren. In Nederland hebben we niemand hoeven ontslaan. We zijn alleen vooral in Amerika geraakt.'
Niet voldoende aangepast
Dat architectenvereniging BNA vorig jaar klaagde dat architecten te weinig profiteren van de huidige economische groei, is deels aan de bedrijven zelf te danken, zegt Gianotten. 'Er wordt nu op een nieuwe manier gewerkt, met minder geld voor ontwerp en meer geld voor snelheid. De branche was toch gewend op een bepaalde manier te werken en heeft zich tijdens de crisis misschien niet voldoende aangepast om daarop in te spelen.'
OMA heeft dat wel gedaan, aldus Gianotten. 'Wij willen graag vanaf het begin betrokken zijn, een project initiëren. Pitchen kost vaak veel aandacht en investeringen en levert niet altijd op wat je wil. Omdat je vanwege Europese regelgeving niet met de klant mag communiceren, is dat geen fijne manier van werken. Dat doen we nog maar maximaal zes keer per jaar.'
Nieuw Feyenoordstadion
Een mooi project dat eraan zit te komen is het ontwerp en de bouw van het Feyenoordstadion. Volgens Gianotten staat het stadsbestuur van Rotterdam positief tegenover de plannen, waartoe ook een gemeentelijke bijdrage van 40 miljoen euro behoort, maar hij wacht af tot op 6 april definitief de handtekeningen worden gezet. 'Dan zullen we het zeker weten. Ze krijgen er een stuk stad voor terug, een gebiedsontwikkeling van een achterstandsbuurt waar naast een stadion ook nieuwe retail, horeca en andere voorzieningen moeten komen.'
Het stadion zou in 2022 of 2023 opgeleverd moeten worden. Voor OMA ligt de toekomst bij dergelijke projecten, zegt Gianotten. 'Wij zitten tussen de overheid en de markt in. De overheid trekt zich de laatste jaren steeds meer terug op het vlak van gebiedsontwikkeling, en als je het aan de markt overlaat, krijg je eenheidsworst. Wij willen kijken naar wat nodig is voor de samenleving, en dan beide partijen samenbrengen.'