IJsland laat mensen weer over hun geld beslissen
Voor het eerst sinds de crisis van 2008 heft de regering van IJsland bijna alle kapitaalrestricties op. Dat betekent dat burgers, bedrijven en pensioenfondsen weer bij hun geld kunnen (en dat kunnen weghalen).
IJsland kende een erg kleine financiële sector, maar wilde meedoen met andere landen en nam grote risico’s. De drie kleine banken van het land, die nog nooit internationaal hadden geopereerd, leenden samen 120 miljard euro. Dat was maar liefst 10 keer de omvang van de IJslandse economie. Toen in 2008 de financiële crisis losbarstte, stortte de bankensector van IJsland in.
Het werd de diepste crisis voor het land in 60 jaar tijd. De werkloosheid verdrievoudigde in zes maanden tijd en de regering kwam met de kapitaalrestricties om een kapitaalvlucht te voorkomen.
Inmiddels staat de economie er zo goed voor dat die restricties niet meer nodig zijn. Vorig jaar was er sprake van een recordtoerisme, groeide het BBP met ruim 7 procent en ligt de werkloosheid weer rond de 3 procent. Volgens de premier is de chaos van de crisis opgeruimd en is het 'nu tijd om meer vertrouwen in de IJslandse economie te creëren'. De Centrale Bank rekende uit dat er tussen de 300 miljoen en 1,2 miljard euro het land uit zal gaan, maar dat kan de economie hebben.
In de documentaire Inside Job wordt uitgelegd hoe de bankencrisis op het eiland kon ontstaan. Die is hier te bekijken: