
Het plan bevat een eigen beleggingsspaarpot, waar je maandelijks inlegt. Maar het pensioenfonds blijft beleggen, dus daar heb je als deelnemer zelf niks over te zeggen. Je hebt alleen wat rechtstreekser zicht op hoe het met je pensioen gaat. De laatste tien jaar gaat er bovendien geld uit jouw persoonlijke spaarpot naar een collectieve spaarpot, waardoor het pensioenfonds minder beleggingsrisico loopt, volgens de voorlopige plannen van de SER. Maar dan moet je wel de garantie hebben dat nieuwe regels geen invloed hebben op jouw individuele potje, zegt Theo Kocken, hoogleraar risk management aan de VU. 'Nu verandert je toekomstige verwachte inkomen als er iets met de rekenrente gebeurt.'
Wantrouwen in de pensioenwereld
Qua hoeveelheid die we sparen en de manier waarop dat collectief belegd wordt zijn we samen met Denemarken wereldwijd koploper, zegt Kocken. Aan de hoeveelheid geld die we sparen hoeft dan ook weinig te veranderen, maar aan de manier waarop het geld verdeeld wordt tussen generaties mankeert nog het nodige, meent hij. 'Dat gaat met hele moeilijke regels, die leiden tot heel veel toezicht en wantrouwen in de pensioenwereld.'
Want met elke verandering jaag je onvermijdelijk óf de jongere generaties óf de oudere generaties tegen je in het harnas, zegt Kocken. 'Het is zo complex geworden omdat de werkgever als garantiesteller is weggevallen. Nu hebben we een heel moeilijk stelsel tussen jongeren en ouderen die samen het geld moeten verdelen. Dat moeten we op een iets andere manier gaan doen. En het is best wel complex om daar te komen. Als we van de overdaad aan toezicht af kunt zonder dat je de collectiviteit loslaat, hebben we een hele grote stap gezet.'
Collectief verdeeld
Maar dat altijd wel één groep zich tekort gedaan voelt, dat hou je, zegt Erik Lutjens, hoogleraar pensioenrecht aan de VU. Nu is het tenminste collectief verdeeld. 'En het is helemaal niet zo ingewikkeld. Je betaalt premie en ieder jaar zie je op je pensioenoverzicht hoeveel pensioenaanspraken je kunt verwachten. Dat is heel transparant, volgens mij. Het is belangrijk om het stelsel zo te houden dat veel mensen daarin deelnemen. Daarom moet je een vorm van verplichtstelling hebben. Anders krijg je steeds meer mensen zonder goed pensioen.'
Van een persoonlijk potje is eigenlijk ook geen sprake, constateren Kocken en Lutjens. En dat is maar goed ook. 'Je kunt het er niet zomaar uitpakken en dat is ook mooi, want anders gaan mensen er gewoon van op vakantie. Maar tien jaar later ben je straatarm en dat moeten we voorkomen. Het is belangrijk dat we afkomen van die hele ingewikkelde rekenregels hoe je over zeventig jaar geld verdeelt tussen jong en oud. Dat is niet vol te houden', besluit Kocken.