Verscherpt toezicht op export naar Turkije
Sinds de coup van vorig jaar stelt Nederland strengere eisen aan de export van goederen naar Turkije. Dat schrijft Trouw, op basis van gegevens van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het gaat met name om spullen die zowel voor zowel civiele als militaire doeleinden gebruikt kunnen worden, zegt Sebastiaan Bennink, advocaat en expert op het gebied van exportcontrole bij B&A Law. 'Door de situatie in Turkije kan de Nederlandse overheid een vermoeden hebben dat die producten ook voor andere doeleinden worden toegepast dan de civiele die de exporteur wellicht voor ogen heeft. Buitenlandse Zaken meent dat je nader moet kijken naar de eindtoepassing van het product.'
Heel lastig traject
Wat dat betreft wordt er overigens geen onderscheid gemaakt tussen NAVO-bondgenoot Turkije en een land als Saoedi-Arabië, dat ook op verscherpt toezicht kan rekenen. 'Ook als kwetsbare producten via een omweg naar een eindgebruiker gaan, heeft de overheid mogelijkheden om die export in de gaten te houden. De toezichthouder probeert zicht te krijgen op de manier waarop die producten mogelijk naar Turkije toegaan en dat is een heel lastig traject.'
Discretionaire bevoegdheid
Al bij de vergunningaanvraag moet de exporteur aangeven wie de directe afnemer en de eindgebruiker is, maar ook wát het mogelijke eindgebruik van het product is, zegt Bennink. De exporteur moet daar zelfstandig, aanvullend onderzoek naar verrichten. En dat kan behoorlijk hinderlijk zijn. Toch overweegt Bennink niet tegen de overheid te gaan procederen. 'Die discretionaire bevoegdheid hééft de overheid. Het is alleen wel heel erg vervelend en exporteurs ondervinden hier hinder van.'