'Nederland moet laatste land zijn dat de deuren dichtdoet'
Volgens Annemarie Jorritsma moet Nederland het laatste land zijn dat de deuren sluit voor buitenlandse ondernemingen. Als er één land is dat slechter wordt van protectionisme dan is dat Nederland, zo stelt de fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer.
De overheid moet volgens Jorritsma enkel ingrijpen als het niet goed gaat. ‘Eén van de dingen die je op het ogenblik hoort, is een verlening van die denktermijn. Het zou dus kunnen dat die markt niet goed genoeg functioneert.’ Volgens Jorritsma gaat protectionisme Nederland echter weinig brengen. ‘In de praktijk is altijd zo geweest dat meer Nederlandse bedrijven buitenlandse bedrijven hebben overgenomen, dan andersom. Wij zijn een hartstikke internationaal georiënteerd land, wat onze economie betreft. Wij zouden de allerlaatste moeten zijn die deuren dichtdoet.’
Concurrentiekwestie bij overname Akzo
AkzoNobel is op dit moment in een overnamestrijd verwikkeld met de Amerikaanse concurrent PPG. ‘Ik zit mij deze maand steeds af te vragen: zou hier ook nog een concurrentiekwestie aan de orde moeten komen? Want als je straks maar één merk verf kan kopen? De mededingingsautoriteit buigt zich hier pas over na de koop’, weet Jorritsma.
In het ergste geval zou de mededingingsautoriteit de koop kunnen ontbinden. ‘Daar moet je helemaal niet aan denken. Stel nou dat een Europese mededingingsautoriteit zegt dat het toch maar niet moet gebeuren’, stelt Jorritsma. ‘Ik vind in principe dat bedrijven zichzelf moeten beschermen.’
Verschil tussen protectionisme en een gezonde markt
In de tijd dat Jorritsma zelf minister van Economische Zaken was, was protectionisme bijna een vies woord als het over overnames ging. ‘Er is een verschil tussen protectionisme en gezond kijken of de markt goed werkt. Bij zo’n iets langere bedenktijd kan ik mij best iets voorstellen, maar van protectionisme worden Nederlanders altijd slechter. Wij zijn een klein landje. Als elk land in Europa protectionistisch wordt, dan worden wij daar de dupe van’, stelt Jorritsma.
ING heeft geen overheidsbescherming nodig
ING-topman Ralph Hamers zei vanochtend tegen BNR dat ING zo’n wet niet nodig heeft. ‘Ten eerste is de beste bescherming tegen een vijandige overname gewoon het hebben van een heel duidelijk verhaal, en dat ook uitvoeren. Ten tweede hebben wij een Stichting Continuïteit. In geval van een vijandige overname zou die stichting via een calloptie een tijd de aandelen kunnen kopen, en daarmee tijd kunnen kopen voor het bestuur om haar taak goed uit te oefenen; de taak om alle belangen goed af te wegen.’
Dat ING die wet niet nodig heeft, betekent niet dat Hamers er tegen is. ‘Er zijn ook bedrijven die zo’n wet wel nodig hebben. Het bestuur moet in zo’n fase in staat worden gesteld om haar financiële verplichtingen na te komen, namelijk het afwegen van de belangen van alle belanghebbenden. En daar is tijd voor nodig.’