Volgens Janus Scheepers, vicevoorzitter van ZLTO, de belangenvereniging van boeren in Brabant en Zeeland, zijn de problemen in de meer afgelegen gebieden het grootst. 'Boerderijen die in een gebied liggen waarbij er een lange reistijd naar de stad of het dorp is, zijn steeds moeilijker te verkopen.' Het gaat alleen in Brabant al om honderden boerderijen. Als er niets gebeurt staat over 10 jaar bijna tien miljoen vierkante meter aan boerenbedrijven leeg.
De leegstand komt volgens Scheepers onder andere omdat er te weinig boeren bij komen. Dat komt volgens hem deels door het beleid van de overheid. 'Dat is nu weer heel erg radicaal geworden in Brabant. Oude stallen moeten worden aangepast om vee in te mogen houden. Boeren willen weg. Daarnaast is er vaak ook geen opvolger te vinden wanneer ze met pensioen gaan.'
Volgens veel makelaars spelen bij de verkoop de strenge regels van de overheid een grote rol. Zo kunnen kleine bedrijfjes of particulieren de boerderijen niet kopen zolang er een agrarische bestemming op zit.
Volgens Scheepers kunnen de leegstaande boerderijen in buitengebieden veel beter worden gesloopt. Sommigen dichterbij steden zijn nog geschikt om een herbestemming te krijgen. En in gebieden dichtbij woonkernen zou nieuwe woningbouw geschikter zijn. 'In de vorm van ruimte voor ruimte', zegt Scheepers. 'Dat moet dan ook fiscaal worden gestimuleerd door de overheid.'