
Het gaat goed met Interxion, blijkt uit de jaarcijfers die gisteren zijn gepresenteerd. En dat bevestigt volgens directeur Michael van den Assem dat een aantal jaren geleden de juiste keuze is gemaakt. En die keus, legt hij uit, was het bouwen van datacenters in de grote steden van Europa, waarbij Amsterdam een van de belangrijkste is, 'in de periferie van de grote steden waar de grote netwerken liggen, zodat wij aan onze klanten die servers in onze datacenters plaatsen, de mogelijkheid kunnen bieden om hun klanten of hun kantoren of hun relaties op een goede manier te bereiken'.
Cloud
De laatste jaren is er een tweede ontwikkeling bijgekomen en die heeft alles te maken met grote cloudplatformen als Google en Amazon. Dat kon destijds niet worden voorzien, maar het heeft goed uitgepakt, zegt Van den Assem. 'De bouwsteen datacenter en netwerken is essentieel geweest voor het succes van wat er nu ontstaat en de enorme groei die cloud op dit moment veroorzaakt.'
Amsterdam
De datacenters van Interxion staan allemaal bij Amsterdam in de buurt. En dat is niet toevallig. Het hele dataverkeer is namelijk nog steeds veel fysieker dan we vaak denken. Volgens Van den Assem hebben Amsterdam en Nederland in de afgelopen 20, 30 jaar een unieke positie gecreëerd in Europa. 'Veel mensen weten dat niet, maar er liggen gewoon fysieke kabels tussen Amerika en Europa die over de oceaanbodem de continenten met elkaar verbinden. Daarvan komt een groot aantal letterlijk in Nederland het strand op. En vanuit Nederland is er een heel fijnmazig fiber netwerk heel Europa in. Dat maakt het, met name voor Amerikaanse bedrijven, ontzettend belangrijk om zich hier te vestigen en vanuit Amsterdam die Europese markt te bedienen.'
Dat een bedrijf als Google is uitgeweken naar de Eemshaven, of Microsoft naar Middenmeer, is helemaal niet vreemd, zegt Van den Assem, 'want diezelfde bedrijven hebben ook capaciteit in de datacenters rondom Amsterdam en dat zijn de punten waar ze contact leggen met hun eindgebruikers'. Hij trekt de vergelijking met winkelketens. Die hebben hun centrale magazijn nooit in de stad staan, maar hun winkels wel, want daar lopen hun klanten langs.
Die fysieke kabels blijven nog een tijd nodig, denkt Van den Assem: 'Op dit moment zijn er geen mobiele oplossingen of satellieten die dat kunnen verwerken. En het is op dit moment ook nog de meest zekere en veilige methode die we kennen'.
Stroomslurpers
De laatste tijd klinken er ook steeds meer kritische geluiden over de datacenters, omdat ze ontzettend veel stroom gebruiken. Vorige maand is een al een jaar geleden uitgebracht rapport van branchevereniging DDA, de Dutch Datacenter Association, opnieuw onder de aandacht gebracht. Daarin wordt gezegd dat de centers hun restwarmte graag aanbieden, maar dat het ontbreekt aan visie, aan een centraal plan. Wat de datacenters daarmee willen realiseren is dat het gesprek versneld wordt met de overheden die het mogelijk moeten maken om die warmte structureel beschikbaar te stellen.